ECLI:NL:CRVB:2020:2101
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsverlening aan EU-burger met Britse nationaliteit wegens verblijf van minder dan drie maanden in Nederland
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 september 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De appellante, een EU-burger met Britse nationaliteit, had een aanvraag om bijstand ingediend op grond van de Participatiewet (PW). De aanvraag werd afgewezen omdat de appellante niet aannemelijk had gemaakt dat zij langer dan drie maanden in Nederland verbleef ten tijde van haar aanvraag. De Raad oordeelde dat de appellante niet voldoende bewijs had geleverd voor haar verblijf in Nederland, ondanks haar inschrijving in de basisregistratie personen (BRP) en andere verklaringen. De Raad bevestigde dat de appellante in de te beoordelen periode geen recht op bijstand had, omdat de uitzonderingsbepaling van artikel 24, tweede lid van de Richtlijn van toepassing was. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.