ECLI:NL:CRVB:2020:2265
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens schending van de inlichtingenverplichting
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstand aan appellant, die sinds 13 november 2013 bijstand ontving op grond van de Participatiewet (PW). De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, die eerder het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam had vernietigd, maar de rechtsgevolgen in stand had gelaten. De aanleiding voor het onderzoek naar de rechtmatigheid van de bijstand was een melding van de politie over een hennepkwekerij in een pand dat appellant huurde. Het college concludeerde dat appellant zijn inlichtingenverplichting had geschonden door geen melding te maken van de huur van het pand en de hennepkwekerij, waardoor het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. De rechtbank oordeelde dat het college niet aannemelijk had gemaakt dat appellant betrokken was bij de hennepkwekerij, maar dat hij wel de huurovereenkomst had geschonden door deze niet te melden. In hoger beroep heeft de Raad de feiten en omstandigheden opnieuw beoordeeld, waarbij de bewijslast bij het college ligt. De Raad concludeert dat appellant de inlichtingenverplichting heeft geschonden, wat een rechtsgrond vormt voor de intrekking van de bijstand. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank, waarbij de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand blijven.