Uitspraak
17.3622 WIA-G
OVERWEGINGEN
15 mei 2015 bij appellant sprake was van status na contusio cerebri, n. opticusatrofie rechts, total hip links en discopathie cervicale wervelkolom en ernstige discopathie L3-L4 na spondylodiscitis. Daarnaast was er sprake van recidiverende aangezichtspijn in het V3 gebied aan de linkerzijde. Volgens de deskundige had appellant meer beperkingen dan zijn vastgesteld in de FML. Met name ten aanzien van de beoordelingspunten 1.1 “vasthouden van de aandacht”, 1.2 “verdelen van de aandacht”, 1.9.8 “werk waarin geen hoog handelingstempo vereist is”, 1.9.9 “werk zonder verhoogd risico”, 2.1 “zien”, 3.2 “koude”, 4.11 “frequent buigen tijdens het werk”, 4.16 “frequent zware lasten hanteren tijdens het werk” en 5.6 “gebogen en/of getordeerd actief zijn”.
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling van het Uwv tot vergoeding van schade af;
- veroordeelt de Staat der Nederlanden (minister van Justitie en Veiligheid) tot betaling aan appellant van een vergoeding van schade tot een bedrag van € 1000,-;
- veroordeelt de Staat der Nederlanden (minister van Justitie en Veiligheid) in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 262,50.
- veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 2.457,68;
- bepaalt dat het Uwv het door appellant in beroep en in hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 170,- vergoedt.