Uitspraak
18.4309 ZW
OVERWEGINGEN
13 februari 2017 beëindigd. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in het bezwaar dat appellante tegen dit besluit heeft gemaakt aanleiding gezien de FML op 30 maart 2017 aan te passen. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft de geselecteerde functies desondanks onverminderd passend geacht voor appellante. Het Uwv heeft daarop het bezwaar van appellante tegen het besluit van 22 december 2016 bij besluit van 31 mei 2017 ongegrond verklaard. Appellante heeft tegen dit besluit geen rechtsmiddelen aangewend.
10 juli 2017 het spreekuur bezocht van een verzekeringsarts. Deze arts heeft haar per datum ziekmelding 7 juni 2017, subsidiair per datum spreekuur 10 juli 2017, geschikt geacht voor tenminste één van de EZWb-functies, bijvoorbeeld de functie van administratief medewerker. Het Uwv heeft bij besluit van 10 juli 2017 vastgesteld dat appellante met ingang van voornoemde data geen recht heeft op ziekengeld. Het bezwaar van appellante tegen dit besluit heeft het Uwv bij besluit van 19 oktober 2017 (bestreden besluit) ongegrond verklaard. Hieraan ligt een rapport van een verzekeringsarts bezwaar en beroep van 19 oktober 2017 ten grondslag.
19 oktober 2017 blijkt dat tijdens het onderzoek, enkele maanden na de datum in geding, een normale stem is geconstateerd en appellante zich goed kon verwoorden. Bij het onderzoek aan de handen zijn geen functiebeperkingen aangetroffen en beiderzijds een normale knijpracht. Appellante heeft niet onderbouwd dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep is uitgegaan van een onjuiste belastbaarheid en zij door de gestelde klachten ten onrechte op de datum in geding onverminderd in staat is geacht de voornoemde functie te verrichten.