ECLI:NL:CRVB:2020:397
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging loongerelateerde WGA-uitkering wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 februari 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De appellant, die een loongerelateerde WGA-uitkering ontving, had zijn uitkering zien beëindigen door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) op basis van de vaststelling dat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt was. De rechtbank had het beroep van de appellant tegen het besluit van het Uwv ongegrond verklaard, en de Centrale Raad heeft deze uitspraak bevestigd. De appellant had zich ziek gemeld na een aanrijding en ontving aanvankelijk een WGA-uitkering, maar na een herbeoordeling concludeerde het Uwv dat hij weer in staat was om te werken, zij het met beperkingen. De Raad oordeelde dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig was uitgevoerd en dat er geen reden was om te twijfelen aan de conclusies van de verzekeringsarts. De gronden die de appellant in hoger beroep aanvoerde, waren in wezen herhalingen van eerdere argumenten en werden door de Raad als niet overtuigend beschouwd. De Raad bevestigde de beslissing van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding af.