ECLI:NL:CRVB:2020:680
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvragen om bijstand wegens onvoldoende duidelijkheid over Luxemburgse bankrekening en stortingen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 maart 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de afwijzing van aanvragen om bijstand door het college van burgemeester en wethouders van Den Bosch. Appellante, die eerder bijstand ontving samen met haar ex-partner, heeft meerdere keren bijstand aangevraagd, maar deze aanvragen zijn steeds afgewezen vanwege onvoldoende informatie over een bankrekening in Luxemburg en de herkomst van stortingen op haar bankrekening. De Raad heeft vastgesteld dat appellante niet voldoende duidelijkheid heeft verschaft over haar financiële situatie en de Luxemburgse bankrekening. Ondanks dat appellante verklaringen van haar zoon en moeder heeft overgelegd, zijn deze niet verifieerbaar en bieden ze geen inzicht in haar levensonderhoud. De Raad concludeert dat appellante haar inlichtingenverplichting niet is nagekomen, waardoor het college niet kon vaststellen of zij in bijstandbehoevende omstandigheden verkeerde. De eerdere uitspraken van de rechtbank zijn bevestigd, en de aanvragen om bijstand zijn afgewezen.