ECLI:NL:CRVB:2021:1134

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
12 mei 2021
Publicatiedatum
18 mei 2021
Zaaknummer
20/1998 ZW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • J.T.H. Zimmerman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking hoger beroep na tegemoetkoming door Uwv in bezwaar

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 mei 2021 uitspraak gedaan in het hoger beroep met zaaknummer 20/1998 ZW. Het hoger beroep was ingesteld door appellant, vertegenwoordigd door mr. M. de Boorder, tegen een beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Op 29 oktober 2020 had het Uwv een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen, waarmee het volledig tegemoetkwam aan de bezwaren van appellant. Hierdoor heeft appellant op 7 december 2020 het hoger beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenveroordeling voor de kosten die hij had gemaakt in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep.

De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat, op basis van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), het bestuursorgaan veroordeeld kan worden in de kosten indien het beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener. De Raad heeft geoordeeld dat het Uwv inderdaad volledig aan de bezwaren van appellant tegemoet is gekomen, waardoor de intrekking van het hoger beroep gerechtvaardigd was. De proceskosten zijn begroot op € 1.068,- voor de procedure in beroep en € 534,- voor het hoger beroep, wat resulteert in een totaalbedrag van € 1.602,- dat het Uwv aan appellant moet vergoeden.

De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door J.T.H. Zimmerman, met H. Alajai als griffier. De beslissing benadrukt het belang van de proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke procedures, vooral wanneer een bestuursorgaan zijn besluit herziet in het voordeel van de appellant.

Uitspraak

Datum uitspraak: 12 mei 2021
20/1998 ZW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:75a en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van
7 april 2020, 19/843 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)

PROCESVERLOOP

Namens appellant heeft mr. M. de Boorder, advocaat, hoger beroep ingesteld.
Op 29 oktober 2020 heeft het Uwv een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen.
Bij faxbericht van 7 december 2020 heeft mr. De Boorder namens appellant het hoger beroep ingetrokken en gelijktijdig aan de Raad verzocht het Uwv te veroordelen in de proceskosten.
Het Uwv heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een verweerschrift in te dienen.
Onder toepassing van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het onderzoek ter zitting achterwege gelaten. Vervolgens is het onderzoek gesloten.

OVERWEGINGEN

Artikel 8:75a, eerste lid, eerste volzin, van de Awb bepaalt dat in geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan op verzoek van de indiener bij afzonderlijke uitspraak met toepassing van artikel 8:75 van de Awb in de kosten kan worden veroordeeld. Ingevolge artikel 8:108, eerste lid, van de Awb is deze bepaling van overeenkomstige toepassing op het hoger beroep.
Namens appellant is het hoger beroep ingetrokken omdat het Uwv met de gewijzigde beslissing op bezwaar van 29 oktober 2020 volledig aan de bezwaren van appellant tegemoet is gekomen.
Aldus is aan appellant tegemoetgekomen. Het Uwv wordt veroordeeld in de kosten die appellant in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. De proceskosten worden, ingevolge het Besluit proceskosten bestuursrecht, begroot op € 1.068,- in beroep (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting) en € 534,- in hoger beroep (1 punt voor het indienen van het hogerberoepschrift).
Voor vergoeding van het betaalde griffierecht kan appellant zich rechtstreeks tot het Uwv wenden.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep veroordeelt het Uwv in de kosten van appellant tot een bedrag van € 1.602,-.
Deze uitspraak is gedaan door J.T.H. Zimmerman, in tegenwoordigheid van H. Alajai als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 12 mei 2021..
(getekend) J.T.H. Zimmerman
(getekend) H. Alajai