ECLI:NL:CRVB:2021:1134
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Intrekking hoger beroep na tegemoetkoming door Uwv in bezwaar
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 mei 2021 uitspraak gedaan in het hoger beroep met zaaknummer 20/1998 ZW. Het hoger beroep was ingesteld door appellant, vertegenwoordigd door mr. M. de Boorder, tegen een beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Op 29 oktober 2020 had het Uwv een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen, waarmee het volledig tegemoetkwam aan de bezwaren van appellant. Hierdoor heeft appellant op 7 december 2020 het hoger beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenveroordeling voor de kosten die hij had gemaakt in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep.
De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat, op basis van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), het bestuursorgaan veroordeeld kan worden in de kosten indien het beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener. De Raad heeft geoordeeld dat het Uwv inderdaad volledig aan de bezwaren van appellant tegemoet is gekomen, waardoor de intrekking van het hoger beroep gerechtvaardigd was. De proceskosten zijn begroot op € 1.068,- voor de procedure in beroep en € 534,- voor het hoger beroep, wat resulteert in een totaalbedrag van € 1.602,- dat het Uwv aan appellant moet vergoeden.
De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door J.T.H. Zimmerman, met H. Alajai als griffier. De beslissing benadrukt het belang van de proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke procedures, vooral wanneer een bestuursorgaan zijn besluit herziet in het voordeel van de appellant.