Uitspraak
19.5285 PW
26 november 2019, 19/2657 (aangevallen uitspraak)
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 juni 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant had op 12 december 2019 hoger beroep ingesteld tegen de afwijzing van zijn herzieningsverzoek om bijstand, dat was afgewezen op basis van te hoog vermogen. De rechtbank had het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. De appellant voerde aan dat er nieuwe feiten waren die niet eerder konden worden ingediend, met name een brief van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) die verwees naar de Belastingdienst over zijn studieschuld. De Raad oordeelde echter dat deze informatie geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden vormden, en dat de appellant zijn visie op de studieschuld al eerder had kunnen inbrengen. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het verzoek van de appellant om terug te komen van het besluit van 15 juni 2018 terecht was afgewezen. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten, en de uitspraak werd openbaar gedaan.