Uitspraak
20 121 PW, 20/122 PW, 20/904 PW
23 december 2019, 18/6867 (aangevallen uitspraak)
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 oktober 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de herziening en terugvordering van bijstand van betrokkenen, die bijstand ontvingen op grond van de Participatiewet (PW). De zaak betreft de vraag of inkomsten uit een persoonsgebonden budget (pgb) van betrokkene 1 in mindering mochten worden gebracht op de bijstand van betrokkenen. De rechtbank Gelderland had eerder het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen vernietigd voor een deel van de herziening en terugvordering, maar het college ging in hoger beroep tegen deze uitspraak.
De Raad heeft vastgesteld dat betrokkenen sinds 1 juli 2016 pgb-inkomsten hebben ontvangen, maar deze niet hebben gemeld bij het college. Het college had de bijstand over de periode van 1 juli 2016 tot en met 31 mei 2018 herzien en de teveel betaalde bijstand teruggevorderd. De Raad oordeelde dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat er geen grond was voor herziening van de bijstand over de periode van 1 juni 2017 tot en met 31 mei 2018. De Raad concludeerde dat de pgb-inkomsten terecht in mindering zijn gebracht op de bijstand, en dat er geen dringende redenen waren om van terugvordering af te zien.
De uitspraak van de rechtbank werd vernietigd en het beroep tegen het bestreden besluit werd ongegrond verklaard. De Raad benadrukte dat de inlichtingenverplichting van betrokkenen objectief is en dat zij verantwoordelijk zijn voor het melden van hun inkomsten, ongeacht eventuele onduidelijkheden in de communicatie met het college.