ECLI:NL:CRVB:2021:2585
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake ouderdomspensioen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 oktober 2021 uitspraak gedaan over een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 20 juli 2020. Verzoeker, die in Marokko woont, had het verzoek om herziening ingediend, maar heeft geen nieuwe feiten of omstandigheden aangedragen die vóór de eerdere uitspraak niet bekend waren en redelijkerwijs niet bekend konden zijn. De Raad heeft vastgesteld dat het verzoeker niet is toegestaan om een hernieuwde discussie te voeren over de eerdere uitspraak. De eerdere uitspraak betrof een besluit van de Sociale Verzekeringsbank (Svb) waarin het bezwaar tegen een pensioenoverzicht niet ontvankelijk was verklaard vanwege een niet verschoonbare overschrijding van de bezwaartermijn. Verzoeker heeft in zijn herzieningsverzoek wel aangegeven dat hij ernstig ziek is en soms een zwervend bestaan leidt, maar deze omstandigheden voldoen niet aan de strikte voorwaarden voor herziening zoals gesteld in artikel 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad heeft geconcludeerd dat het verzoek om herziening moet worden afgewezen. Ten overvloede is opgemerkt dat aan verzoeker op 27 maart 2019 een ouderdomspensioen is toegekend, waartegen geen rechtsmiddelen zijn aangewend.