ECLI:NL:CRVB:2021:3002
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging WGA-uitkering na beoordeling arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 december 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Den Haag. Appellant, die sinds 16 november 2015 ziek is door psychische klachten, had een WGA-uitkering ontvangen die op 11 juni 2018 door het Uwv werd beëindigd. De rechtbank had het beroep van appellant tegen deze beëindiging ongegrond verklaard, wat appellant in hoger beroep aanvecht. Appellant stelt dat het medisch onderzoek niet zorgvuldig is uitgevoerd en dat zijn beperkingen onvoldoende zijn erkend. Hij verwijst naar informatie van de Stichting Epilepsie Instellingen Nederland (SEIN) en andere medische documenten die zijn situatie zouden onderbouwen. De Raad oordeelt dat het Uwv de beëindiging van de WGA-uitkering terecht heeft vastgesteld, omdat er voldoende medische en arbeidskundige grondslagen zijn voor de conclusie dat appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De Raad onderschrijft de overwegingen van de rechtbank en concludeert dat de geselecteerde functies medisch passend zijn voor appellant. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd en het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen.