ECLI:NL:CRVB:2021:3123
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
Op 2 december 2021 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 21/1553 AW. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk verklaard omdat appellante, ondanks herhaalde waarschuwingen, het verschuldigde griffierecht van € 270,- niet tijdig heeft betaald. De appellante had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag van 24 maart 2021, maar voldeed niet aan de vereisten voor het indienen van het beroep. De Raad heeft vastgesteld dat de appellante op 5 mei 2021 en opnieuw op 5 juni 2021 is gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, maar dat deze betaling niet binnen de gestelde termijn heeft plaatsgevonden. Hierdoor kon de Centrale Raad van Beroep niet inhoudelijk op het hoger beroep ingaan. De uitspraak is gedaan door rechter C.H. Bangma, in aanwezigheid van griffier K.R. van Renswoude, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat voor belanghebbenden en het bestuursorgaan de mogelijkheid open om binnen zes weken schriftelijk verzet aan te tekenen.