ECLI:NL:CRVB:2021:315
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet indienen van machtiging
Op 11 februari 2021 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 20/2753 WIA. Het hoger beroep was ingesteld door appellante, vertegenwoordigd door [naam], tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel van 26 juni 2020. In deze procedure was appellante verzocht om binnen vier weken een schriftelijke machtiging in te dienen, zoals vereist volgens artikel 8:24, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Deze termijn is door appellante ongebruikt verstreken.
Vervolgens is appellante bij aangetekende brief van 8 oktober 2020 opnieuw de gelegenheid geboden om de verlangde machtiging in te zenden, met een nieuwe termijn van vier weken. Ook deze termijn is door appellante niet benut. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat er geen redenen zijn aangevoerd die een verontschuldiging voor het verzuim kunnen vormen.
Gelet op het feit dat het hoger beroep niet ontvankelijk is, heeft de Centrale Raad van Beroep zonder verder onderzoek beslist. De uitspraak is gedaan door J.T.H. Zimmerman, in tegenwoordigheid van griffier H. Alajai, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat voor belanghebbenden en het bestuursorgaan de mogelijkheid open om binnen zes weken schriftelijk verzet te doen.