ECLI:NL:CRVB:2021:318
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake WIA met intrekking van hoger beroepen en proceskostenvergoeding
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. J.W.H.M. Koers, hoger beroep ingesteld tegen een beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De zaak betreft de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Op 7 juli 2020 heeft het Uwv een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen, waarbij het volledig tegemoet is gekomen aan de bezwaren van appellante. Hierdoor heeft appellante besloten om de hoger beroepen in te trekken.
Appellante heeft de Raad verzocht om het Uwv te veroordelen in de proceskosten die zij heeft gemaakt in verband met de behandeling van het bezwaar, de beroepen en de hoger beroepen. Het Uwv heeft geen verweerschrift ingediend en het onderzoek ter zitting is achterwege gelaten op basis van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De Raad heeft overwogen dat, op grond van artikel 8:75a van de Awb, het bestuursorgaan kan worden veroordeeld in de kosten indien het geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen. De Raad heeft geoordeeld dat het Uwv in dit geval in de kosten van appellante moet worden veroordeeld tot een totaalbedrag van € 3.211,80, bestaande uit kosten voor bezwaar, beroep, hoger beroep en reiskosten. De uitspraak is gedaan op 10 februari 2021 door J.T.H. Zimmerman, in tegenwoordigheid van K.R. van Renswoude als griffier.