ECLI:NL:CRVB:2021:3186

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
16 december 2021
Publicatiedatum
16 december 2021
Zaaknummer
21/2981 ANW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-tijdige indiening van het beroepschrift in hoger beroep tegen uitspraak van de rechtbank Amsterdam

In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam, gedateerd 19 mei 2021. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat het beroepschrift niet tijdig is ingediend. Volgens de Algemene wet bestuursrecht bedraagt de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken, te rekenen vanaf de dag na de bekendmaking van de uitspraak aan de partijen. De uitspraak van de rechtbank is op 19 mei 2021 aan de partijen toegezonden. Het beroepschrift van appellante is op 18 augustus 2021 ontvangen, terwijl het poststempel op de enveloppe aangeeft dat het op 3 augustus 2021 ter post is bezorgd. Dit betekent dat het beroepschrift na afloop van de termijn is ingediend, waardoor het niet-ontvankelijk wordt verklaard.

De Centrale Raad van Beroep heeft overwogen dat indien een beroepschrift na de termijn wordt ingediend, de niet-ontvankelijkverklaring achterwege kan blijven als redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest. Appellante heeft echter niet gereageerd op een verzoek om uitleg over de termijnoverschrijding en heeft enkel verzocht om toewijzing van een advocaat. Hierdoor is niet gebleken dat appellante niet kan worden aangerekend voor de termijnoverschrijding. De Raad heeft geconcludeerd dat het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk is en heeft zonder verder onderzoek beslist. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door M.A.H. van Dalen-van Bekkum, in tegenwoordigheid van D. van der Boom als griffier, en is openbaar uitgesproken op 16 december 2021. Tegen deze uitspraak kunnen belanghebbenden en het bestuursorgaan binnen zes weken schriftelijk verzet doen.

Uitspraak

Datum uitspraak: 16 december 2021
21/2981 ANW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:54 en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van
19 mei 2021, 20/6279 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] te [woonplaats], Marokko (appellante)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank

PROCESVERLOOP

Appellante heeft hoger beroep ingesteld.

OVERWEGINGEN

Ingevolge artikel 6:24 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in samenhang met de artikelen 6:7, 6:8, 6:9 en 6:11 van die wet geldt het volgende.
De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt zes weken. Deze termijn gaat in met ingang van de dag na die waarop de aangevallen uitspraak door middel van de toezending van een afschrift aan partijen is bekendgemaakt.
Een beroepschrift is tijdig ingediend indien het voor het einde van de termijn is ontvangen. Bij verzending per post is een beroepschrift tijdig ingediend indien het voor het einde van de termijn ter post is bezorgd, mits het niet later dan een week na afloop van de termijn is ontvangen.
De uitspraak waartegen hoger beroep is ingesteld is op 19 mei 2021 in afschrift aan partijen toegezonden.
Het beroepschrift is op 18 augustus 2021 ontvangen. Het is, gezien de poststempel op de enveloppe, op 3 augustus 2021 ter post bezorgd.
Op grond hiervan moet worden geoordeeld dat het beroepschrift niet tijdig is ingediend.
Ten aanzien van een na afloop van de beroepstermijn ingediend beroepschrift blijft niet-ontvankelijkverklaring op grond daarvan achterwege indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest.
Bij brief van 7 september 2021 is aan appellante gevraagd naar de reden van de termijnoverschrijding.
Appellante heeft daarop niet geantwoord. Zij heeft slechts gevraagd om toewijzing van een advocaat. Er is dus niet gebleken dat aan appellante niet kan worden aangerekend dat zij de termijn voor hoger beroep heeft overschreden.
Het hoger beroep is kennelijk niet-ontvankelijk, zodat zonder verder onderzoek kan worden beslist.
Voor een proceskostenveroordeling is geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door M.A.H. van Dalen-van Bekkum, in tegenwoordigheid van
D. van der Boom als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op
16 december 2021.
(getekend) M.A.H. van Dalen-van Bekkum
(getekend) D. van der Boom
Tegen deze uitspraak kunnen een belanghebbende en het bestuursorgaan binnen zes weken na de verzending van het afschrift van deze uitspraak schriftelijk verzet doen bij de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA UTRECHT. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld te worden gehoord.

DÉCISION

La Centrale Raad van Beroep (Cour d'Appel Centrale) déclare le recours interjeté
non-recevable.
Par conséquent, décidée par M.A.H. van Dalen-van Bekkum en présence de D. van der Boom en qualité de greffier, ainsi que prononcée en public le 16 décembre 2021.
Les intéressés et les organes d'administration auront le droit à présenter une opposition écrite contre la présente décision, dans les six semaines suivantes à la notification de la copie, à la Centrale Raad van Beroep (Cour d'Appel Centrale), Postbus 16002, 3500 DA UTRECHT.