ECLI:NL:CRVB:2021:3257
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.A.H. van Dalen-van Bekkum
- P.A.M. Hulsdouw
- Rechtspraak.nl
Verzoek om herziening niet-ontvankelijk verklaard wegens ontbreken van gronden
Op 16 december 2021 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 21/2693 ANW. Het betreft een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank, gedaan op 11 december 2020. Verzoekster heeft op 27 mei 2021 een verzoekschrift ingediend, maar dit verzoekschrift bevatte geen gronden. Volgens artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) dient een beroepschrift de gronden van het beroep te bevatten, en deze bepaling is van overeenkomstige toepassing op verzoeken om herziening. Verzoekster is in de gelegenheid gesteld om dit verzuim te herstellen, maar heeft de gestelde termijnen ongebruikt laten verstrijken. Hierdoor is het verzoek om herziening kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De Centrale Raad van Beroep heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en belanghebbenden hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van het afschrift van deze uitspraak schriftelijk verzet te doen.