ECLI:NL:CRVB:2021:45
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Intrekking hoger beroep na tegemoetkoming door Uwv in bezwaar
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 januari 2021 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Het hoger beroep was ingesteld door mr. L.J.H.M. Achten, advocaat van appellant, naar aanleiding van een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel van 14 maart 2018. Tijdens de procedure heeft het Uwv op 16 september 2020 een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen, waarbij het volledig tegemoetkwam aan de bezwaren van appellant. Hierdoor heeft appellant op 20 oktober 2020 het hoger beroep ingetrokken en verzocht om veroordeling van het Uwv in de proceskosten.
De Raad heeft het onderzoek ter zitting op 22 januari 2020 heropend en een deskundige benoemd, die op 12 augustus 2020 een rapport heeft uitgebracht. Aangezien het Uwv geen verweerschrift heeft ingediend en het onderzoek ter zitting achterwege kon blijven, heeft de Raad de zaak gesloten. De Raad heeft overwogen dat, op basis van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht, het Uwv veroordeeld kan worden in de proceskosten, omdat het bestuursorgaan volledig aan de bezwaren van appellant is tegemoetgekomen.
De proceskosten zijn begroot op € 1.068,- voor verleende rechtsbijstand en € 43,40 voor reiskosten. De Centrale Raad van Beroep heeft het Uwv veroordeeld tot een totaalbedrag van € 1.111,40 aan kosten voor appellant. Deze uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.