ECLI:NL:CRVB:2021:454
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing herzieningsverzoek inzake bijzondere bijstand en beslagvrije voet
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 maart 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. Appellante, die bijzondere bijstand had ontvangen in de vorm van geldleningen, verzocht om herziening van de besluiten van 21 maart en 7 september 2016, waarbij de maandelijkse terugbetaling van deze leningen werd vastgesteld. Appellante stelde dat het college geen rekening had gehouden met de beslagvrije voet, die door de Belastingdienst was vastgesteld op € 964,-. De Raad oordeelde dat appellante deze kwestie eerder had kunnen aanvoeren en dat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden waren die een herziening rechtvaardigden. De Raad concludeerde dat het college het herzieningsverzoek terecht had afgewezen, aangezien de eerdere besluiten niet evident onredelijk waren. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.