ECLI:NL:CRVB:2021:545
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens gezamenlijke huishouding zonder melding
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 maart 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Limburg. De zaak betreft de intrekking en terugvordering van bijstandsuitkeringen aan appellante, die sinds 1 februari 2013 bijstand ontving op basis van de Participatiewet. Het college van burgemeester en wethouders van Roermond heeft vastgesteld dat appellante samenwoonde met een persoon genaamd X, zonder dit te melden bij het college, wat in strijd is met haar inlichtingenverplichting. De Raad heeft vastgesteld dat appellante en X gedurende de te beoordelen periode hun hoofdverblijf in dezelfde woning hadden en dat er sprake was van wederzijdse zorg. Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat er dringende redenen zijn om van de terugvordering af te zien, maar deze stelling is door de Raad verworpen. De Raad concludeert dat het college terecht de bijstand heeft ingetrokken en de gemaakte kosten heeft teruggevorderd, en bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.