ECLI:NL:CRVB:2021:588
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Intrekking hoger beroep en proceskostenveroordeling in sociale zekerheidszaak
Op 16 maart 2021 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 19/689 ZVW. Het hoger beroep is ingetrokken omdat het CAK, door het intrekken van het boetebesluit van 6 november 2017, geheel tegemoet is gekomen aan de bezwaren van appellante. De zaak betreft een geschil over een boete die was opgelegd door het CAK, waartegen appellante in beroep was gegaan. De rechtbank Midden-Nederland had eerder op 17 december 2018 in deze kwestie geoordeeld.
De procesgang begon met het indienen van hoger beroep door mr. E.C. Weijsenfeld, de advocaat van appellante. CAK heeft hierop een verweerschrift ingediend. Tijdens de zitting op 30 oktober 2020 heeft de Raad het onderzoek geschorst om appellante de gelegenheid te geven nadere stukken in te dienen. Na het indienen van deze stukken heeft het CAK besloten het boetebesluit in te trekken, wat leidde tot de intrekking van het hoger beroep door appellante.
Appellante heeft verzocht om een proceskostenveroordeling, waarop de Raad heeft beslist dat CAK in de kosten van appellante moet worden veroordeeld. De proceskosten zijn begroot op € 3.204,-, bestaande uit kosten in bezwaar, beroep en hoger beroep. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door T.L. de Vries, met E.M. Welling als griffier.