ECLI:NL:CRVB:2021:897

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
21 april 2021
Publicatiedatum
21 april 2021
Zaaknummer
18/2175 WAJONG
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • J.T.H. Zimmerman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Proceskostenveroordeling in hoger beroep na intrekking door appellante

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 april 2021 uitspraak gedaan in het hoger beroep met zaaknummer 18/2175 WAJONG. De appellante, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. M.O.G.J. Bakker, heeft het hoger beroep ingetrokken omdat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) met een gewijzigde beslissing op bezwaar van 29 september 2020 volledig aan haar bezwaren tegemoet is gekomen. De Raad heeft vastgesteld dat het Uwv geen verweerschrift heeft ingediend en dat het onderzoek ter zitting achterwege is gelaten op basis van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De Raad heeft overwogen dat, volgens artikel 8:75a van de Awb, het bestuursorgaan op verzoek van de indiener van het beroepschrift kan worden veroordeeld in de kosten, indien het beroep is ingetrokken omdat het bestuursorgaan aan de bezwaren van de indiener is tegemoetgekomen. In dit geval heeft de Raad geoordeeld dat het Uwv in de proceskosten van appellante moet worden veroordeeld, die zijn begroot op € 534,- voor verleende rechtsbijstand.

De uitspraak is gedaan door J.T.H. Zimmerman, in tegenwoordigheid van griffier H. Alajai, en is openbaar uitgesproken. Appellante kan zich voor vergoeding van het betaalde griffierecht rechtstreeks tot het Uwv wenden.

Uitspraak

Datum uitspraak: 21 april 2021
18/2175 WAJONG
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:75a en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 12 maart 2018, 17/3173 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] te [woonplaats] (appellante)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)

PROCESVERLOOP

Namens appellante heeft mr. M.O.G.J. Bakker, advocaat hoger beroep ingesteld.
Het Uwv heeft op 29 september 2020 een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen.
Bij e-mail van 1 oktober 2020 heeft Bakker namens appellante het hoger beroep ingetrokken en gelijktijdig aan de Raad verzocht het Uwv te veroordelen in de proceskosten.
Het Uwv heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een verweerschrift in te dienen.
Onder toepassing van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het onderzoek ter zitting achterwege gelaten. Vervolgens is het onderzoek gesloten.

OVERWEGINGEN

Artikel 8:75a, eerste lid, eerste volzin, van de Awb bepaalt dat in geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan op verzoek van de indiener bij afzonderlijke uitspraak met toepassing van artikel 8:75 van de Awb in de kosten kan worden veroordeeld. Ingevolge artikel 8:108, eerste lid, van de Awb is deze bepaling van overeenkomstige toepassing op het hoger beroep.
Namens appellante is het hoger beroep ingetrokken omdat het Uwv met de gewijzigde beslissing op bezwaar van 29 september 2020 volledig aan de bezwaren van appellante tegemoet is gekomen.
De Raad ziet aanleiding het Uwv te veroordelen in de kosten die appellante in verband met de behandeling van het hoger beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. De proceskosten worden, ingevolge het Besluit proceskosten bestuursrecht, begroot op € 534,- (1 punt voor het indienen van het hogerberoepschrift) voor verleende rechtsbijstand.
Voor vergoeding van het betaalde griffierecht kan appellante zich rechtstreeks tot het Uwv wenden.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep veroordeelt het Uwv in de kosten van appellante tot een bedrag van € 534,-.
Deze uitspraak is gedaan door J.T.H. Zimmerman, in tegenwoordigheid van H. Alajai als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 21 april 2021.
(getekend) J.T.H. Zimmerman
(getekend) H. Alajai
GdJ