ECLI:NL:CRVB:2022:1120
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsverlening op grond van medewerkingsverplichting en psychische problematiek
In deze zaak heeft appellante op 17 mei 2019 een aanvraag om bijstand ingevolge de Participatiewet (PW) ingediend. De aanvraag werd gedaan met de mededeling dat het college bij vragen contact kon opnemen met haar zus, A. Het college heeft appellante uitgenodigd voor een huisbezoek en intakegesprek, maar appellante heeft hieraan geen gehoor gegeven. De Raad voor de Rechtspraak oordeelt dat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat haar psychische problemen, waaronder een angststoornis en straatvrees, haar belemmerden om op de uitnodigingen te reageren. De ingebrachte medische informatie biedt hiervoor geen grond. Het college heeft appellante herhaaldelijk uitgenodigd voor gesprekken, maar zij heeft deze uitnodigingen genegeerd. De Raad stelt vast dat appellante haar medewerkingsverplichting heeft geschonden, zoals vastgelegd in artikel 17, tweede lid, van de PW. De rechtbank heeft het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep bevestigt deze uitspraak. De Raad merkt op dat de situatie van appellante zorgelijk is en adviseert haar om een nieuwe aanvraag om bijstand in te dienen, waarbij aandacht moet worden besteed aan de wijze van het intakegesprek.