ECLI:NL:CRVB:2022:2004
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D. Hardonk - Prins
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet-betaling griffierecht
Op 30 augustus 2022 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 22/1299 WLZ. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk verklaard omdat appellante, ondanks herhaalde waarschuwingen, het verschuldigde griffierecht van € 136,- niet tijdig heeft betaald. De appellante was op de hoogte gesteld van de betalingsverplichting via een brief van 30 april 2022 en een aangetekende brief van 31 mei 2022, waarin werd aangegeven dat het griffierecht binnen een bepaalde termijn moest worden voldaan. De Raad oordeelde dat er geen reden was om aan te nemen dat appellante niet in verzuim was geweest, en besloot zonder verder onderzoek dat het hoger beroep niet inhoudelijk behandeld kon worden. De uitspraak is gedaan door D. Hardonk - Prins, in aanwezigheid van griffier A.F. Hulskes, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.