ECLI:NL:CRVB:2022:2017
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.A.H. van Dalen - van Bekkum
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 september 2022 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb). Het hoger beroep was ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 5 januari 2022. De Centrale Raad heeft vastgesteld dat het griffierecht van € 136,- niet binnen de gestelde termijn was betaald. Appellant was herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, zowel in een brief van 17 februari 2022 als in een aangetekende brief van 20 maart 2022. Ondanks deze waarschuwingen heeft appellant het griffierecht niet tijdig voldaan, waardoor het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk is verklaard. De Raad heeft geoordeeld dat er op basis van de beschikbare gegevens niet kan worden vastgesteld dat appellant niet in verzuim is geweest. De uitspraak is gedaan door M.A.H. van Dalen - van Bekkum, in tegenwoordigheid van griffier A.F. Hulskes. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en de beslissing is openbaar uitgesproken.