ECLI:NL:CRVB:2022:2096
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzoek om herziening van uitspraak niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen griffierecht
Op 20 september 2022 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 22/743 ANW. Het betreft een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 30 juli 2020. Verzoeker, woonachtig in Marokko, had verzocht om herziening, maar heeft het verschuldigde griffierecht van € 136,- niet binnen de gestelde termijn betaald. De Raad heeft in zijn overwegingen aangegeven dat volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een griffierecht wordt geheven van de indiener van het beroepschrift, en dat deze bepaling ook van toepassing is op verzoeken om herziening. Verzoeker is herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, maar heeft dit nagelaten. Hierdoor kon de procedure niet inhoudelijk worden behandeld. De Raad heeft geconcludeerd dat het verzoek om herziening kennelijk niet-ontvankelijk is, en heeft zonder verder onderzoek beslist. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door M.A.H. van Dalen-van Bekkum, in tegenwoordigheid van griffier J.E. Eikelenboom, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat voor belanghebbenden en het bestuursorgaan de mogelijkheid open om binnen zes weken schriftelijk verzet te doen.