ECLI:NL:CRVB:2022:545
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking hoger beroep en proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke zaak over maatschappelijke opvang
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. E.C. Weijsenfeld, hoger beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam. Het college had op 9 augustus 2021 besloten om maatschappelijke opvang voor gezinnen toe te kennen, waarmee het tegemoetkwam aan de bezwaren van appellante. Op 8 september 2021 heeft appellante het hoger beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenvergoeding. De Centrale Raad van Beroep heeft in deze uitspraak geoordeeld dat het college in de kosten van appellante moet worden veroordeeld, omdat het bestuursorgaan aan de bezwaren van appellante is tegemoetgekomen. De Raad heeft de proceskosten begroot op € 1.082,- voor bezwaar, € 1.518,- voor beroep en € 759,- voor hoger beroep, met een totaal van € 3.359,-. Daarnaast zijn de reiskosten van € 4,60 voor de zitting bij de rechtbank in aanmerking genomen. De Raad heeft bepaald dat appellante zich voor vergoeding van het griffierecht rechtstreeks tot het college kan wenden. Deze uitspraak is gedaan door H. Benek, in tegenwoordigheid van K.R. van Renswoude als griffier, en is openbaar uitgesproken op 10 maart 2022.