ECLI:NL:CRVB:2022:997
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de buiten behandelingstelling van een aanvraag om bijstand op basis van niet-reageren op uitnodigingen
In deze zaak heeft appellant op 2 oktober 2018 een aanvraag om bijstand ingediend op grond van de Participatiewet, met een ingangsdatum van 29 oktober 2018. Het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen heeft appellant op 29 oktober 2018 verzocht om bankafschriften in te leveren en hem uitgenodigd voor een gesprek op 19 november 2018. Appellant is echter niet verschenen op beide uitnodigingen. Het college heeft daarop de aanvraag op 20 november 2018 buiten behandeling gesteld, wat bij besluit van 20 februari 2019 is gehandhaafd. De rechtbank Gelderland heeft het beroep tegen dit besluit ongegrond verklaard, waarna appellant in hoger beroep ging.
In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat hij de brieven van het college pas op 21 november 2018 heeft ontvangen, en dat hem daarom niet kan worden verweten dat hij niet op de uitnodigingen heeft gereageerd. De Centrale Raad van Beroep heeft echter geoordeeld dat het college aannemelijk heeft gemaakt dat de brieven op de gestelde data zijn bezorgd. De Raad heeft de verzendadministratie en verklaringen van medewerkers van het college in overweging genomen, waaruit blijkt dat de brieven op de juiste data zijn bezorgd. De Raad heeft geconcludeerd dat het hoger beroep niet slaagt en de aangevallen uitspraak bevestigt.