ECLI:NL:CRVB:2023:1559
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake herhaalde aanvragen voor WW-uitkering en beschikbaarheid voor arbeid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 augustus 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de herhaalde aanvragen van appellant voor een WW-uitkering. Appellant had eerder een WW-uitkering aangevraagd, maar deze was geweigerd omdat hij niet beschikbaar was voor werk. Na meerdere aanvragen, waarbij appellant steeds geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden kon aanvoeren, heeft het Uwv de eerdere besluiten gehandhaafd. De rechtbank Noord-Nederland had het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, en appellant ging in hoger beroep. Tijdens de zitting heeft appellant aangevoerd dat hij wel beschikbaar was voor aangepast werk, maar de Raad oordeelde dat hij niet voldoende bewijs had geleverd om zijn stelling te onderbouwen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden waren die de eerdere besluiten konden ondermijnen. De Raad concludeerde dat het Uwv terecht had geoordeeld dat appellant niet in aanmerking kwam voor een WW-uitkering per 1 november 2020, omdat hij niet beschikbaar was voor de arbeidsmarkt. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd en er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.