ECLI:NL:CRVB:2023:727
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering WIA-uitkering en geschiktheid van geselecteerde functies na medisch onderzoek
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 april 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Holland. Appellant, die zich ziek had gemeld met zowel fysieke als psychische klachten, had een aanvraag ingediend voor een WIA-uitkering. De verzekeringsarts had vastgesteld dat appellant belastbaar was, rekening houdend met zijn beperkingen zoals vastgelegd in een Functionele Mogelijkhedenlijst (FML). Het Uwv weigerde echter de WIA-uitkering, omdat appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Appellant ging in beroep tegen deze beslissing, maar de rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, waarbij werd vastgesteld dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat de door appellant aangevoerde klachten adequaat waren beoordeeld.
In hoger beroep herhaalde appellant zijn standpunten, waarbij hij stelde dat zijn psychische klachten onvoldoende waren erkend en dat de geselecteerde functies niet passend waren. De Raad oordeelde echter dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de medische beoordeling van de verzekeringsarts bezwaar en beroep. De informatie van de psychiater bood geen nieuwe aanknopingspunten voor een andere beoordeling van de belastbaarheid van appellant. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de geselecteerde functies geschikt waren voor appellant, en dat het verzoek om een onafhankelijk deskundige te benoemen werd afgewezen. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldig medisch onderzoek en de noodzaak voor appellanten om hun standpunten met medische gegevens te onderbouwen.