Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
Het oordeel van de Raad
Conclusie en gevolgen
BESLISSING
Bijlage: voor deze uitspraak relevante wettelijke regels
.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 november 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van de Sociale verzekeringsbank (Svb) om kinderbijslag toe te kennen aan appellant, wiens kinderen in Marokko wonen. Appellant, die sinds 2007 in Nederland verblijft, had eerder kinderbijslag ontvangen, maar dit recht was beëindigd in 2018. Na een periode van verblijf in Marokko, heeft appellant opnieuw kinderbijslag aangevraagd, maar de Svb heeft deze aanvraag afgewezen op basis van het NMV, dat stelt dat vanaf 2 januari 2021 geen recht meer bestaat op kinderbijslag voor kinderen die in Marokko wonen. Appellant heeft een beroep gedaan op het overgangsrecht, maar de Raad oordeelt dat dit niet van toepassing is, omdat appellant op 1 januari 2021 geen recht had op kinderbijslag. De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen het besluit van de Svb ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep bevestigt deze uitspraak. Appellant krijgt geen vergoeding voor proceskosten en het betaalde griffierecht wordt niet teruggegeven.