ECLI:NL:CRVB:2024:2396
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan schriftelijk besluit
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 december 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 2 juni 2022. De appellant, die bijstand ontvangt op grond van de Participatiewet (PW), had bezwaar gemaakt tegen een mededeling van 27 juni 2017 waarin hem werd toegestaan met behoud van uitkering naar het buitenland te vertrekken. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk, omdat de mededeling niet op schrift was gesteld en derhalve niet voldeed aan de definitie van een besluit volgens artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad oordeelde dat het college terecht tot deze conclusie was gekomen. De afspraak tussen appellant en zijn klantmanager was niet schriftelijk vastgelegd, waardoor er geen formeel besluit was waartegen bezwaar gemaakt kon worden.
De Raad heeft de processtukken en de argumenten van appellant in hoger beroep beoordeeld. Appellant had aangevoerd dat hij nooit een schriftelijk besluit had ontvangen en dat hij om medische redenen naar het buitenland mocht vertrekken. De Raad oordeelde echter dat de rechtbank en het college terecht hadden vastgesteld dat de mededeling van 27 juni 2017 geen besluit was. De Raad wees ook het verzoek van appellant om een getuige te horen af, omdat dit niet noodzakelijk was voor de vaststelling van de relevante feiten. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en het besluit van het college bleef in stand. Appellant kreeg geen vergoeding voor zijn proceskosten en het betaalde griffierecht, omdat het hoger beroep niet slaagde.