Uitspraak
SAMENVATTING
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
Het oordeel van de Raad
Conclusie en gevolgen
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor bijzondere bijstand van € 160,- door het college van burgemeester en wethouders van Heerenveen. Appellant had eerder dit bedrag als voorschot op zijn vakantiegeld ontvangen om een rekening te betalen. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het college de aanvraag terecht heeft afgewezen, omdat het bedrag geen noodzakelijke kosten van het bestaan betreft, maar een dubbele uitbetaling van vakantiegeld. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland, die het beroep van appellant ongegrond had verklaard. Daarnaast heeft de Raad het verzoek van appellant om vrijstelling van het griffierecht afgewezen, omdat zijn netto-inkomen niet onder de relevante bijstandsnorm lag. De Raad concludeert dat appellant ook geen recht heeft op de door hem gevraagde schadevergoeding van € 250.000,-, omdat het hoger beroep niet slaagt. De uitspraak is gedaan op 9 januari 2024.