ECLI:NL:CRVB:2024:809
Centrale Raad van Beroep
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van kinderbijslag in grensoverschrijdende situatie met Duitse wetgeving
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 april 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de herziening en terugvordering van kinderbijslag door de Sociale verzekeringsbank (Svb). De appellant, woonachtig in Duitsland, had kinderbijslag aangevraagd op basis van de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) voor zijn kinderen. De Svb heeft vastgesteld dat de appellant in Duitsland woonde en dat de Duitse wetgeving van toepassing was, waardoor hij geen recht had op Nederlandse kinderbijslag. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam bevestigd, waarin werd geoordeeld dat de appellant niet aan de voorwaarden voor de AKW voldeed, omdat hij niet aan de onderhoudseis had voldaan en geen objectieve gegevens had overgelegd die zijn stellingen onderbouwden. De Raad heeft het verzoek om uitstel van de behandeling ter zitting afgewezen, omdat de appellant voldoende gelegenheid had gehad om zijn standpunt toe te lichten. De Raad concludeert dat de Svb terecht de kinderbijslag heeft herzien en teruggevorderd, omdat de appellant ten onrechte kinderbijslag uit Nederland heeft ontvangen. De Raad heeft de beslissing van de Svb bevestigd en de appellant in het ongelijk gesteld.