In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 januari 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, die bijstand ontvangt op grond van de Participatiewet, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, dat een inhouding van 5% van zijn bijstandsuitkering had opgelegd ter aflossing van een schuld. De rechtbank had het beroep van de appellant niet-ontvankelijk verklaard, omdat zij van mening was dat de appellant geen procesbelang had. De Raad oordeelt echter dat de appellant wel degelijk belang heeft bij de beoordeling van het bestreden besluit, aangezien de inhouding zich uitstrekt over meerdere maanden en de appellant hierdoor in een nadelige positie kan komen.