In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 januari 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de afwijzing van een aanvraag door appellante om met behoud van bijstand en vergoeding van kosten een opleiding te volgen. Appellante had geweigerd om mee te werken aan een belastbaarheidsonderzoek, waardoor het college niet in staat was om te beoordelen wat haar niveau en belastbaarheid was en welke opleiding zij zou kunnen volgen. Het college heeft de aanvraag afgewezen, omdat appellante niet aannemelijk had gemaakt dat de gevraagde opleiding haar kansen op de arbeidsmarkt zou vergroten. Appellante heeft later aangegeven dat zij de opleiding niet meer hoeft te volgen, maar heeft wel een verzoek om schadevergoeding ingediend, dat eveneens werd afgewezen.
De Raad heeft vastgesteld dat appellante niet heeft meegewerkt aan de onderzoeken die nodig waren om haar aanvraag te beoordelen. Ondanks dat appellante heeft aangevoerd dat het college haar kansen op de arbeidsmarkt heeft verwoest en dat zij jarenlang geen opleidingen heeft aangeboden gekregen, heeft de Raad geoordeeld dat het college voldoende pogingen heeft gedaan om met appellante in gesprek te gaan en dat de afwijzing van de aanvraag rechtmatig was. De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, en de Raad heeft deze uitspraak bevestigd. Het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen, omdat het college niet in staat was om de aanvraag te beoordelen zonder de benodigde informatie van appellante.