Uitspraak
19 september 2024, 23/3029 (aangevallen uitspraak)
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
A.Giesen als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 19 februari 2025.
Centrale Raad van Beroep
Op 19 februari 2025 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 24/2569 WMO. De Raad verklaarde zich onbevoegd om kennis te nemen van het hoger beroep dat door appellante was ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 19 september 2024. De rechtbank had het verzet van appellante tegen een eerdere uitspraak van 26 september 2023 ongegrond verklaard. De Raad oordeelde dat, volgens artikel 8:104, tweede lid, aanhef en onder c, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), tegen de uitspraak van de rechtbank als bedoeld in artikel 8:55, zevende lid, van de Awb geen hoger beroep kan worden ingesteld. Hierdoor was de Raad kennelijk onbevoegd om het hoger beroep te behandelen. De Raad merkte op dat er geen verzoek om wraking van de behandelend rechter was ingediend door appellante voordat de aangevallen uitspraak werd gedaan. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door M.A.H. van Dalen-van Bekkum, in tegenwoordigheid van griffier A. Giesen, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.