Uitspraak
11 juni 2024, 23/5553
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
A.Giesen als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 14 maart 2025.
DÉCISION
A.Giesen en qualité de greffier, ainsi que prononcée en public, le 14 mars 2025.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De Centrale Raad van Beroep heeft op 14 maart 2025 uitspraak gedaan in deze zaak, geregistreerd onder nummer 24/2131 AOW. De kern van de zaak betreft de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep, omdat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is betaald. Volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het betalen van griffierecht verplicht voor de indiener van een beroepschrift. Appellante is herhaaldelijk gewezen op de verplichting om het griffierecht van € 138,- te betalen, met duidelijke deadlines. Ondanks deze waarschuwingen is het griffierecht niet tijdig voldaan. De aangetekende brief waarin appellante op de verschuldigdheid van het griffierecht werd gewezen, is retour gekomen met de vermelding 'niet afgehaald'. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat appellante in verzuim is geweest en heeft het hoger beroep daarom kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en belanghebbenden hebben de mogelijkheid om binnen zes weken verzet aan te tekenen tegen deze beslissing.