ECLI:NL:GHAMS:1996:AA4304
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Mr. Schaap
- Mr. Geel-Cieraad
- Rechtspraak.nl
Belastingheffing op uitkering uit kapitaalverzekering met lijfrenteclausule na ontslag
In deze zaak gaat het om een beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de inspecteur van de Belastingdienst inzake de inhouding van loonbelasting op een uitkering uit een kapitaalverzekering met lijfrenteclausule. Belanghebbende, die tot 22 maart 1990 in dienst was bij N.V. A, ontving bij haar ontslag een vergoeding van f 236.000, die als stamrechtverplichting ondergebracht diende te worden bij een door haar aan te wijzen verzekeraar. De inspecteur heeft loonbelasting ingehouden op een uitkering van f 287.697 die door B, de verzekeraar, aan een door belanghebbende opgerichte BV is overgemaakt. Belanghebbende betwist de inhouding en stelt dat er geen heffingsmoment heeft plaatsgevonden, omdat zij niets heeft genoten. De inspecteur stelt dat de uitkering als inkomen uit vermogen moet worden aangemerkt en dat de inhouding terecht heeft plaatsgevonden. Het Hof oordeelt dat de inhouding van loonbelasting terecht is, omdat de lijfrenteclausule niet op correcte wijze is uitgevoerd en de uitkering door B terecht tot het belastbare inkomen van belanghebbende wordt gerekend. Het Hof bevestigt de uitspraak van de inspecteur.