ECLI:NL:GHAMS:1997:AA4158
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Bijl
- A. Boersma
- J. Rijkels
- Rechtspraak.nl
Belastingaanslag en verduistering: beoordeling van de inspecteur en bewijsvoering van belanghebbende
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 23 oktober 1997 uitspraak gedaan in een belastinggeschil tussen belanghebbende, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, en de inspecteur van de Belastingdienst. Het geschil betreft de vraag of de inspecteur terecht een aanslag in de inkomstenbelasting heeft opgelegd aan belanghebbende, die eerder was veroordeeld voor verduistering. De inspecteur had de aanslag gebaseerd op een rapport van de Afdeling Forensische Accountancy, waarin onttrokken bedragen als inkomsten uit arbeid werden aangemerkt. Belanghebbende betwistte de hoogte van de aanslag en stelde dat de vennootschappen hem leningen hadden verstrekt. Tijdens de zitting werd duidelijk dat belanghebbende niet in staat was om bewijs te leveren voor zijn stellingen, en dat hij geen inzicht had gegeven in de geldstromen die aan de vennootschappen waren verbonden. Het Hof oordeelde dat belanghebbende niet had aangetoond dat de aanslag onterecht was vastgesteld en bevestigde de uitspraak van de inspecteur. De uitspraak benadrukt de verplichting van de belastingplichtige om een juiste aangifte te doen en de gevolgen van het niet voldoen aan deze verplichting.