ECLI:NL:GHAMS:1997:AA4342
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Bijl
- J. Boersma
- H. Zwemmer
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen naheffingsaanslag omzetbelasting voor softdrugsverkoop
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 9 januari 1997 uitspraak gedaan in een beroep van belanghebbende, een coffeeshop eigenaar, tegen een naheffingsaanslag in de omzetbelasting. De naheffingsaanslag, opgelegd door de inspecteur, betrof een bedrag van f 8.766,- aan enkelvoudige belasting en f 593,- aan heffingsrente, en was gebaseerd op de omzet van de coffeeshop over de jaren 1992 en 1993. Belanghebbende had een beroepschrift ingediend op 10 mei 1995, dat later werd aangevuld. Tijdens de zitting op 7 november 1996 werd de zaak behandeld, waarbij belanghebbende werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde en de inspecteur aanwezig was.
De inspecteur had de omzet van belanghebbende berekend op basis van een boekenonderzoek, waarbij hij de omzet uit de verkoop van softdrugs als niet-aftrekbaar beschouwde. Belanghebbende stelde dat de naheffingsaanslag onterecht was en vroeg om vermindering van de aanslag tot f 1.748,-. Het geschil draaide om de vraag of er voorbelasting kon worden afgetrokken met betrekking tot de verkoop van softdrugs. Het Hof oordeelde dat de verkoop van softdrugs niet onder de omzetbelasting valt, waardoor belanghebbende geen recht had op aftrek van voorbelasting die aan deze activiteiten was toe te rekenen.
Het Hof bevestigde de uitspraak van de inspecteur en oordeelde dat de inspecteur terecht een gedeelte van de voorbelasting niet in aftrek had toegelaten. De uitspraak benadrukte dat de activiteiten van belanghebbende met betrekking tot softdrugs niet als economische activiteiten in de zin van de wet werden beschouwd, en dat er geen omzetbelastingschuld kon ontstaan. De beslissing werd genomen zonder veroordeling in proceskosten, en de uitspraak werd geanonimiseerd gepubliceerd.