in de zaak nr. 0156/95 TC
de dato 25 november 1997
1.1. Op 24 mei 1995 is een beroepschrift ingediend door mr. A te A namens de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid X te Y, belanghebbende.
Het beroep is gericht tegen de uitspraak van de inspecteur der invoerrechten en accijnzen te Hoofddorp van 13 april 1995, kenmerk 95/..., waarbij het bezwaar van belanghebbende tegen de beschikking van de inspecteur van 1 december 1994, nr. NL..., is afgewezen.
Bij deze beschikking heeft de inspecteur een bindende tariefinlichting (BTI) tot indeling van na te noemen goed onder post 8544 41 90 van het gemeenschappelijk douanetarief (GDT) gegeven.
1.2. Van belanghebbende is door de Secretaris een griffierecht van f 150,-- geheven.
De inspecteur heeft een vertoogschrift ingediend.
1.3. De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden in raadkamer ter zitting van 8 oktober 1996. Verschenen zijn mr. A namens belanghebbende en mevr. mr. L., vergezeld van mr. O, namens de inspecteur.
De gemachtigde heeft een pleitnota overgelegd en voorgedragen.
Partijen hebben ieder enige - over en weer als representatief erkende - monsters van connectoren overgelegd.
2.1. Op 9 augustus 1994 heeft belanghebbende een verzoek gedaan tot verstrekking van een BTI in de zin van artikel 12 van het Communautair douanewetboek (CDW) met betrekking tot de toepassing van het GDT op een "interconnector (SG)". In dit verzoek is het goed sub d nader omschreven als:
"vellen, stroken en/of profielen van siliconenrubber,
(zie voor diverse uitvoeringen bijgaand blad met monsters) bedoeld als electronische contactverbindingen en/of schakelaar. De artikelen bevatten allen stroomgeleidende elementen."
Met betrekking tot de samenstelling van het goed is in de aanvraag sub e het volgende vermeld:
"producten bestaan uit siliconenrubber voorzien van stroomgeleidende stoffen als koolstof, goud en zilver".
Voorgesteld werd om de goederen in te delen onder post 8536 90 80 van het GDT.
Bij de onder 1.1. vermelde BTI heeft de inspecteur de interconnector (SG) ingedeeld onder post 8544 41 90 van het GDT.
2.2. De interconnector (SG) is een flexibel elastisch strookje van ongeveer drie bij vier millimeter dik, dat is opgebouwd uit twee lagen isolerend siliconenrubber, waartussen dunne reepjes koolstof lopen, die op hun beurt ook onderling door siliconenrubber zijn gescheiden.
In het productieproces zijn deze soorten siliconenrubber zodanig samengevoegd en gevormd dat de interconnector (SG) door middel van de daarin aanwezige koolstofreepjes de electrische stroom tussen twee componenten van een computer, bijvoorbeeld een LCD-scherm en een printplaat, geleidt.
Bij het beroepschrift heeft belanghebbende een folder overgelegd met beschrijvingen en afbeeldingen van verschillende soorten interconnectoren.
2.3. Het Laboratorium van de Belastingdienst (het Laboratorium) heeft bij een door de inspecteur overgelegde brief van 2 oktober 1991, nummer 10043 A 91, medegedeeld dat met betrekking tot het product "Interconnector (SG) SG 7989102" bij onderzoek het volgende is bevonden:
"Contactverbindingen, bestemd voor gebruik in computers, bestaande uit strookjes geleidend materiaal, van elkaar gescheiden door strookjes siliconenrubber.
Op grond van aantekening 2a op afdeling XVI kunnen de betreffende artikelen ingedeeld worden in de onderstaande goederencode.
Advies goederencode: 8536.9080.090.006."
Blijkens een door belanghebbende overgelegde brief van het Laboratorium van 2 oktober 1991, nummer 10041 A 91, is bij onderzoek met betrekking tot het product "Interconnector (SS) P3ECFA0048" hetzelfde bevonden.
3.1. De inspecteur heeft zich nader op het standpunt gesteld dat de post van de BTI (8544 41 90) niet juist is; thans staat hij indeling onder post 8544 49 80 voor.
3.2. Belanghebbende bepleit de indeling van de inter-connector primair onder post 8536 90 85, welke in de hier van toepassing zijnde versie van het GDT van 1994 was genummerd als "8536 90 80", subsidiair onder post 8545 90 90 en meer subsidiair onder post 8548 00 00 van het GDT.
3.3. De door partijen bepleite posten luiden als volgt:
Post 8536 90 80
"8536 Toestellen voor het inschakelen, uitschakelen, omschakelen, aansluiten of verdelen van of voor het beveiligen tegen electrische stroom (bij voorbeeld
schakelaars, relais, zekeringen, golfafvlakkers, contactdozen en contactstoppen (stekkers), lamp- en buishouders, aansluitdozen en -kasten), voor een spanning van niet meer dan 1000 V:
(...)
8536 90 - andere toestellen:
(...)
8536 90 80 - - andere".
De douanerechten bij deze post bedragen 4,6% van de douanewaarde.
Posten 8544 49 80
"8544 Draad, kabels (coaxiale kabels daaronder begrepen) en andere geleiders van electriciteit, geïsoleerd (ook indien gevernist of gelakt - zogenaamd emaildraad - of anodisch geoxydeerd), ook indien voorzien van verbindingsstukken; optische-vezelkabel bestaande uit individueel omhulde vezels, ook indien elektrische geleiders bevattend
of voorzien van verbindingsstukken:
(...)
- andere geleiders van elektriciteit, voor spanningen van niet meer dan 80 V:
(...)
8544 49 - - andere:
(...)
8544 49 80 - - - andere".
De douanerechten bij deze post bedragen 6,5% van de douanewaarde.
Post 8545 90 90
"8545 Koolelektroden, koolborstels, koolspitsen voor lampen, koolstaven voor elementen of batterijen en andere artikelen van grafiet of andere koolstof, ook indien verbonden met metaal, voor elektrisch gebruik:
(...)
8545 90 - andere:
(...)
8545 90 90 - - andere".
De douanerechten bij deze post bedragen 5,3% van de douanewaarde.
Post 8548 00 00
"8548 Elektrische delen van machines, van apparaten of van toestellen, niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van dit hoofdstuk".
De douanerechten bij deze post bedragen 4,1% van de douanewaarde.
4. Het standpunt van belanghebbende
4.1.1. De omstandigheid dat post 8544 betrekking heeft op alle soorten geleiders van electrische stroom, brengt niet met zich dat een goed, dat electrische stroom geleidt, per definitie dan ook onder deze post moet worden ingedeeld.
Indien naar hun bewoordingen meer dan een post in de Gecombineerde Nomenclatuur op een goed van toepassing is, moet aan de hand van de indelingsregels 2 tot en met 6 een keuze worden gemaakt. In het onderhavige geval is daarvan sprake; de interconnector kan naar de bewoordingen tevens onder de posten 8536, 8545 en 8548 worden ingedeeld.
4.1.2. De interconnector is geen draad of kabel en is qua karakter niet vergelijkbaar met de in de toelichting IDR op post 8544 als voorbeeld genoemde vlechten, strippen en staven.
Hoewel stroomgeleiders in een andere vorm dan hiervoor bedoeld, aan deze omschrijving kunnen voldoen, is deze post niet van toepassing nu er een zeer specifieke tariefpost (post 8536 90 85) is.
4.2. Post 8536 90 85 (primair)
4.2.1. Het Laboratorium heeft reeds in 1991 na onderzoek geadviseerd de interconnector in de toenmalige goederencode 8536 90 80 in te delen.
4.2.2. Elastomere contactverbindingen zijn toestellen voor het aansluiten van electrische stroom en zijn ook uitdrukkelijk genoemd in de onderverdeling 8536 90 85 99 00.
De interconnector kan gelet op haar functie, vorm en samenstelling als een elastomere contactverbinding voor het aansluiten van electrische stroom worden aangemerkt.
4.2.3. Het product kan als een toestel in de zin van de bewoordingen van de post worden aangemerkt. Illustratief hiervoor is het voorbeeld van het zogenoemde schakelfolie uit de EG-toelichting op post 8536.
De toelichting beoogt geen volledige of limitatieve indelingsmogelijkheden voor te schrijven.
4.2.4. De post 8536 90 85 is meer specifiek dan post 8544, welke post stroomgeleiders in het algemeen omvat, aangezien onder de eerstgenoemde post goederen worden ingedeeld met de specifieke functie van het aansluiten van electrische stroom op bepaalde componenten in electrische apparaten.
Op grond van deze redenering is post 8536 ook meer specifiek dan de posten 8545 en 8548.
4.3. Post 8545 90 90 (subsidiair)
Volgens de toelichting IDR op deze post omvat de post alle artikelen van grafiet of koolstof, ook indien met metaal vermengd, voor zover zij door hun vorm, afmetingen of anderszins bestemd zijn voor electrisch gebruik. Het aanwezig zijn van een bindmiddel voor het samenkitten van de koolstofdeeltjes heeft geen invloed op de indeling.
De enige relevante eigenschap van koolstof bij electrisch gebruik is het vermogen om te geleiden.
Koolstof voor electrisch gebruik is derhalve meer specifiek dan geleiding van electriciteit.
Aangezien de interconnector voldoet aan deze omschrijving, verdient indeling onder deze post de voorkeur boven de indeling onder post 8544.
4.4. Post 8548 00 00 (meer subsidiair)
Nu post 8544 niet van toepassing is, dient, indien de interconnector (SG) niet onder de primair en subsidiair vermelde posten kan worden ingedeeld, indeling onder deze post plaats te vinden, aangezien de interconnector (SG) voldoet aan de voorwaarden van deze post, zoals deze uit de GS-toelichting IDR bij deze post blijken.
5. Het standpunt van de inspecteur
De functie van de interconnector (SG) is het geleiden van stroom. De interconnector (SG) kan als "andere geleider" als bedoeld in post 8544 worden aangemerkt. De toevoeging "vlechten, strippen en staven" in de IDR-toelichting zijn slechts als voorbeeld en niet als een limitatief opgesomde reeks van goederen bedoeld. Uit de toelichting blijkt dat de artikelen die onder deze post vallen een geleidende kern hebben met daaromheen een isolerende laag, die stroomverlies verhindert en/of de kern tegen beschadiging beschermt. De interconnector (SG) voldoet aan deze voorwaarden.
5.2.1. Naar zijn uiterlijk kan de interconnector (SG) niet als toestel worden aangemerkt.
5.2.2. Uit de toelichting blijkt dat indeling onder post 8536 uitsluitend mogelijk is in de aldaar genoemde categorie III B (andere contactverbindingen). Daarbij worden echter uitsluitend artikelen genoemd, die zich aan weerszijden van geleiders van electrische stroom bevinden (verbindingsstukken).
De interconnector is niet als een dergelijk verbindingsstuk aan te merken en mitsdien is post 8536 niet van toepassing.
5.2.3. De stelling van belanghebbende dat de interconnector als een elastomere contactverbinding moet worden aangemerkt, wordt weersproken. De interconnector valt niet onder "---- andere". Uit de toelichting-IDR blijkt dat dergelijke verbindingen voor het in- en uitschakelen van electrische stroom zorgen.
De interconnector geleidt alleen maar stroom.
5.2.4. De inspecteur is niet op de hoogte van de reden dat is afgeweken van het door het Laboratorium gegeven advies.
5.3.1. Aangezien koolstof één van de grondstoffen is, zou indeling onder deze post mogelijk zijn. Echter, omdat de in de post 8544 omschreven functie "geleiding van electriciteit" meer specifiek is dan de in post 8545 voorkomende functie "electrisch gebruik" dient de interconnector (SG) met toepassing van indelingsregel 3a onder de eerstgenoemde post te worden ingedeeld.
De toelichting sluit uitdrukkelijk uit de delen van machines, die in een andere post van het hoofdstuk specifiek zijn omschreven. Nu op basis van de vorm en functie de interconnector (SG) onder post 8544 dient te worden ingedeeld, is de restpost 8548 niet van toepassing.
6.1. De interconnector SG ontbeert de in de bewoordingen van de aanhef van post 8536 begrepen functie om de electrische stroom te kunnen onderbreken, te herstellen of te wijzigen; de interconnector geleidt slechts de stroom tussen twee electronische componenten. Dit blijkt ook uit de overgelegde monsters, die laten zien dat langwerpige stroken zijn ingevoerd waarmee als zodanig geen schakelingen kunnen worden uitgevoerd. Derhalve is post 8536 90 80 naar zijn bewoordingen niet op de interconnector SG van toepassing.
6.2. De Tariefcommissie acht - voor wat de keuze tussen de posten 8544 en 8545 betreft - het begrip "geleiders van elektriciteit", zoals dit in de bewoordingen van post 8544 voorkomt, meer specifiek dan het in post 8545 vermelde "electrisch gebruik", zodat met toepassing van indelingsregel 3a eerstgenoemde post voorrang heeft.
6.3. De overgelegde monsters laten zien dat gebruik van de goederen bij een electriciteitssterkte hoger dan 80 V niet aannemelijk is, zodat postonderverdeling 8544 49 80 in casu in aanmerking komt.
De Tariefcommissie acht termen aanwezig de inspecteur op de voet van artikel 11b van de Tariefcommissiewet te veroordelen in de proceskosten, welke met toepassing van het Besluit proceskosten fiscale procedures worden vastgesteld op 2 (beroepschrift en verschijnen ter zitting) x 1 (in goede justitie vastgesteld gewicht van de zaak) x f 710,-- = f 1.420,--.
De Tariefcommissie:
- vernietigt de uitspraak, waarvan beroep;
- vernietigt de bestreden beschikking en stelt vast dat de goederen moeten worden ingedeeld onder post
8544 49 80 van het GDT;
- veroordeelt de inspecteur in de proceskosten en
wijst de Staat der Nederlanden aan deze kosten, groot f 1.420,--, aan belanghebbende te voldoen;
- gelast de inspecteur aan belanghebbende het
griffierecht ad f 150,-- te vergoeden.
Aldus gedaan in raadkamer op 25 november 1997 door
mr. F.H.M. Possen, ondervoorzitter,
mrs. J.J.A.M. Kennis en J.W.M. Tijnagel, gewone leden,
mrs. J.F.M. Giele en Th.J.G. van Berkum, buitengewone leden, in tegenwoordigheid van mr. A. Bijlsma, secretaris.
De secretaris: De ondervoorzitter:
De beslissing is in het openbaar uitgesproken ter zitting van 25 november 1997.