ECLI:NL:GHAMS:1998:AA4195
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- J. Bijl
- A. Boersma
- M. den Boer
- Rechtspraak.nl
Belastingheffing bij verhuur van sportwagens voor trouwvervoer
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 22 januari 1998 uitspraak gedaan in een geschil tussen X B.V. en de inspecteur van de Belastingdienst. Het beroep van X B.V. was gericht tegen een uitspraak van de inspecteur over een naheffingsaanslag in de omzetbelasting voor het tijdvak van 1 januari tot en met 31 december 1990. De naheffingsaanslag was oorspronkelijk vastgesteld op f 30.000,-, maar was door de inspecteur verlaagd tot f 7.075,- aan enkelvoudige belasting, verhoogd met f 2.699,- aan heffingsrente. De belanghebbende stelde dat de verhuur van sportwagens voor trouwvervoer onder het verlaagde btw-tarief viel, maar de inspecteur was van mening dat dit niet het geval was.
De zaak kwam aan de orde nadat de belanghebbende, die sportwagens verhuurde voor trouwplechtigheden, een beroepschrift had ingediend. De inspecteur had in zijn uitspraak aangegeven dat de verhuur van de auto’s niet als trouwvervoer kon worden aangemerkt, omdat het zelfstandig laten rijden door het bruidspaar het belangrijkste element van de overeenkomst vormde. De belanghebbende voerde aan dat de begeleiding door een medewerker van belanghebbende en de voorwaarden van de huurovereenkomst wezenlijk waren voor de dienst die werd aangeboden.
Het Hof oordeelde dat de verhuur van de sportwagens niet onder het verlaagde tarief viel, omdat de diensten zich richtten op het zelfstandig laten rijden van het bruidspaar en niet op het vervoer van het bruidspaar zelf. De uitspraak van de inspecteur werd bevestigd, en het Hof oordeelde dat de belanghebbende niet kon vertrouwen op eerdere goedkeuringen van de inspecteur voor het toepassen van het lage tarief. De proceskosten werden niet toegewezen, en de uitspraak werd openbaar gemaakt.