ECLI:NL:GHAMS:1999:AA7794
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Dutmer
- Van Ballegooijen
- Van der Ouderaa
- Rechtspraak.nl
Pensioenlasten en de voortzetting van een onderneming na faillissement
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 16 november 1999 uitspraak gedaan in een belastinggeschil tussen de besloten vennootschap X B.V. en de inspecteur van de Belastingdienst. De belanghebbende, X B.V., had in 1993 een pensioenvoorziening van ongeveer ƒ 240.000,-- voor haar werknemer D, die tevens enig aandeelhouder is, als additionele pensioenlast genomen. Deze last had betrekking op de jaren dat D in dienst was van de gefailleerde D B.V. Het Hof oordeelde dat X B.V. de zakelijkheid van deze additionele pensioenlast niet aannemelijk had gemaakt. De zaak begon met een beroepschrift dat op 2 april 1998 was ingediend tegen een uitspraak van de inspecteur, die een aanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 1993 had opgelegd. De inspecteur handhaafde de aanslag na bezwaar, wat leidde tot het beroep van X B.V. Het Hof heeft vastgesteld dat de onderneming van D B.V. niet als een voortzetting kan worden beschouwd door X B.V. en dat de pensioenlast niet op zakelijke gronden aan het vermogen van X B.V. is onttrokken. De inspecteur had de aanslag terecht vastgesteld, en het beroep van X B.V. werd ongegrond verklaard. De uitspraak benadrukt de noodzaak van zakelijke motieven bij pensioenlasten en de gevolgen van faillissement voor de voortzetting van ondernemingen.