in de zaak nr. 0078/97 TC
de dato 24 augustus 1999
1.1. Op 8 april 1997 is een beroepschrift ingekomen van A en B, belastingadviseurs te Y, ingediend namens de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid X B.V. te Y, belanghebbende. Het beroep is gericht tegen de uitspraak van het hoofd van het Douanedistrict Y (de inspecteur) van 25 februari 1997, nummer ..., waarbij het bezwaar van belanghebbende tegen de toepassing van het tarief van invoerrechten (GDT) op de door haar ten invoer aangegeven, hierna te omschrijven goederen, werd afgewezen.
1.2. Van belanghebbende is door de Secretaris een griffierecht van f 150,-- geheven. De inspecteur heeft een vertoogschrift ingediend.
1.3. De eerste mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden in raadkamer tijdens de zitting van de Tariefcommissie van 21 april 1998. Daar zijn verschenen namens belanghebbende A en namens de inspecteur mr. D en E. De gemachtigde van belanghebbende heeft een pleitnota overgelegd. Het onderzoek ter zitting is vervolgens geschorst teneinde de gemachtigde van belanghebbende in de gelegenheid te stellen nog stukken over te leggen.
1.4. Bij brief van 15 juli 1998 heeft de gemachtigde een exemplaar van een "appel met een kern van kunststof met daarop aan de buitenzijde gelijmd gedroogd gras" en een exemplaar van een stoffen rendiertje toegezonden.
1.5. Bij brief van 3 augustus 1998 heeft de gemachtigde verklaringen overgelegd van W. Nostheide, uitgever van het vaktijdschrift op het gebied van kerstartikelen "Christmas Festival", en van drs. P.G.M. Bröker, directeur van Helikon, het Landelijk instituut voor religie in kunst en cultuur, alsmede twee boekwerken met de titel "Rondom Kerstmis" en "Rondom Pasen" van de hand van laatstgenoemde. Bij brief van 11 september 1998 heeft de gemachtigde nog twee exemplaren van het tijdschrift "Festival Christmas" van respectievelijk november 1997 en januari 1998 toegezonden.
1.6. De sub 1.4. genoemde voorwerpen zijn bij brief van 12 augustus 1998 ter beoordeling aan de inspecteur toegezonden. De inspecteur heeft bij brief van 20 oktober 1998 de voorwerpen teruggezonden en deze erkend als representatief voor de soortgelijke ingevoerde goederen. Daarbij heeft hij tevens gereageerd op de sub 1.5. genoemde stukken.
1.7. Bij brief van 27 oktober 1998 heeft de gemachtigde om een nieuwe mondelinge behandeling van de zaak verzocht.
1.8. Bij brief van 8 december 1998 heeft de Secretaris namens de Tariefcommissie aan partijen om inlichtingen verzocht. De gemachtigde heeft deze inlichtingen verstrekt bij brief van 22 december 1998 en de inspecteur bij brief van 28 januari 1999.
1.9. De tweede mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden in raadkamer tijdens de zitting van de Tariefcommissie van 23 maart 1999. Daar zijn verschenen namens belanghebbende K. Winters en namens de inspecteur mr. F en E. De gemachtigde en de inspecteur hebben beiden een pleitnota overgelegd en voorgedragen.
2.1. Op 5 oktober 1995 heeft belanghebbende in opdracht van J. X B.V. te M bij de douane-ambtenaren te Y onder het nummer 0000..../00 95 00001876 aangifte ten invoer gedaan van 182 colli "kerstfeestartikelen van andere stoffen" van oorsprong uit China. Aangeven werd post 9505 10 90 van het GDT; de douanewaarde bedroeg f 14.720,--. Door vermelding van de code 142 werd aanspraak gemaakt op toepassing van het preferentiële tarief in het kader van het Algemeen Preferentieel Systeem van 0%; daarbij werd overgelegd een certificaat van oorsprong, formulier A nr. 0013928. Bij de aangifte is een factuur van Sheniang Arts and Crafts Import and Export Corporation van 10 augustus 1995 gevoegd. Op deze factuur worden de goederen omschreven als "Deco Items".
Bij de verificatie hebben de douaneambtenaren monsters geviseerd en daarop de goederen als "andere werken van plantedelen" ingedeeld onder post 0604 99 90 van het GDT. Het bij deze post horende tarief bedroeg 14%, waardoor belanghebbende f 2.060,80 werd verschuldigd.
De in geding zijnde goederen kunnen als volgt worden omschreven:
- kikkers met kunststof kern, met op de buitenkant gelijmd gedroogd gras,
- egels met kunststof kern, met op de buitenkant gelijmd gedroogd gras,
- vogeltjes met kunststof kern, met op de buitenkant gelijmd gedroogd gras,
- appels in verschillende grootte, met een kern van kunststof, met op de buitenkant gelijmd gedroogd gras.
De artikelen zijn vervaardigd uit niet-duurzaam materiaal, zij zijn aan de bovenzijde voorzien van een lusje waaraan ze kunnen worden opgehangen.
2.2. Op 18 oktober 1995 heeft belanghebbende bij de ambtenaren te Y onder nummer 0000.../00 95 00002005 aangifte ten invoer gedaan van 34 colli "kerstfeestartikelen van andere stoffen" van oorsprong uit China. Aangegeven werd post 9505 10 90 van het GDT en een douanewaarde f 7.589,--. Door vermelding van de code 142 werd aanspraak gemaakt op toepassing van het preferentiële tarief in het kader van het Algemeen Preferentieel Systeem van 0%; daartoe werd overgelegd een certifiaat van oorsprong, formulier A, nr. TX952051. Bij de aangifte werd een factuur overgelegd van Zhejiang Native Produce & Animal by-products import & export corporation van 7 september 1995. Daarin werden de goederen omschreven als "X'MAS Decoration".
Bij de verificatie van de aangifte hebben de ambtenaren monsters geviseerd en vervolgens de goederen als "speelgoed zijnde nabootsingen van dieren opgevuld" ingedeeld onder post 9503 41 00 van het GDT. Het bij deze post horende preferentiële tarief bedroeg 5.1%, waardoor belanghebbende een bedrag van f 387,10 werd verschuldigd.
Het bij brief van 15 juli 1998 toegezonden vergelijkbaar voorwerp kan als volgt worden omschreven: Een figuurtje van bruine stof, gevuld, 11 centimeter lang, voorstellende een rendiertje, voorzien van een rode neus en een rode strik. Het figuurtje heeft een "gewei" van een lichtere kleur bruin; de oren en pootjes zijn afgezet met een donkerbruine stof. Aan het figuurtje is een rood ophanglusje vastgestikt.
Met betrekking tot aangifte nr. 0000.38.131/00 95 00001876:
In geschil is of de goederen moeten worden ingedeeld onder post 0604 99 90, zoals door de inspecteur wordt bepleit, dan wel, zoals door belanghebbende wordt voorgestaan, primair onder post 9505 10 90 en subsidiair onder post 0604 99 10.
Deze posten luiden als volgt:
Posten 0604 99 10 en 0604 99 90
"0604 Loof, bladeren, twijgen, takken en andere delen van planten, zonder bloemen, bloesems
of bloemknoppen, alsmede grassen, mossen en
korstmossen, voor bloemstukken of voor
versiering, vers, gedroogd, gebleekt, geverfd,
geïmpregneerd of op andere wijze geprepareerd:
(...)
- andere:
(...)
0604 99 -- andere:
0604 99 10 --- enkel gedroogd
0604 99 90 --- andere".
Post 9505 10 90
"9505 Feestartikelen, carnavalsartikelen en andere
ontspanningsartikelen, benodigdheden voor het
goochelen en fop- en schertsartikelen daaronder begrepen:
9505 10 - kerstfeestartikelen:
(...)
9505 10 90 -- van andere stoffen".
De Tariefcommissie heeft in haar oordeel ook betrokken post 3926 40 00 van het GDT, welke post luidt als volgt:
"3926 Andere artikelen van kunststof en artikelen van andere stoffen bedoeld bij de posten 3901 tot en met 3914:
(...)
3926 40 00 - beeldjes en andere versieringsvoorwerpen".
Met betrekking tot aangifte nr. 000038 131/00 95 00002005
In geschil is of de goederen moeten worden ingedeeld onder post 9503 41 00, zoals door de inspecteur wordt bepleit, dan wel onder post 9505 10 90, zoals door belanghebbende wordt voorgestaan.
Post 9503 41 00 luidt als volgt:
"9503 Ander speelgoed; modellen op schaal en dergelijke modellen voor ontspanning, ook indien bewegend; puzzels van alle soorten:
(...)
- speelgoed, zijnde nabootsingen van dieren of van niet-menselijke wezens:
9503 41 00 -- opgevuld".
Voor post 9505 10 90 wordt verwezen naar hierboven.
De Tariefcommissie heeft in haar oordeel ook betrokken de GS-toelichting (IDR) op post 9505, voor zover hierna weergegeven.
De toelichting luidt:
"Deze post omvat:
A. feestartikelen, (...) die, in verband met hun gebruik, veelal van eenvoudige en weinig sterke makelij zijn. Van deze artikelen kunnen worden genoemd:
1. versieringsartikelen (...), alsmede artikelen voor
kerstboomversiering, in de regel van papier, van karton, van bladmetaal in strippen, stroken of bladen
(klatergoud), van glas, enz, waarvan kunnen worden
genoemd: (...) dierfiguren, nabootsingen van allerlei
voorwerpen. (...)
2. artikelen, die gewoonlijk bij kerstfeesten worden gebruikt, zoals imitatiekerstbomen (sparren van papier, karton, soepele kunststof, met of zonder kunstrijp, al dan niet opvouwbaar, enz.), kribben (van papier, hout,
enz.), ook indien gestoffeerd, personages en dierfiguren voor kribben (van was, papier maché, aarde, karton, enz.) engeltjes, kerstklompen en -blokken (in de regel van versierd karton), kerstmannetjes, enz. Overigens wordt opgemerkt dat sommige voorwerpen voor de versiering van kerstbomen eveneens dienen voor de versiering van kribben;".
4. Het standpunt van belanghebbende
4.1. De importeur van de in geding zijnde goederen voert hoofdzakelijk kerstartikelen in. De fabricage van kerstartikelen is bijna volledig geconcentreerd in de Volksrepubliek China. Deze importeur wordt regelmatig geconfronteerd met tariefswijzigingen door de douane, die tot gevolg hebben dat goederen worden ingedeeld onder posten (speelgoed, porselein, aardewerk etc.) waarvoor de import uit China is gelimiteerd en waarvoor jaarlijks invoervergunningen moeten worden aangevraagd. Aangezien de aanvraag in de gehele EG altijd veel groter is dan de beschikbare hoeveelheid, dekken deze vergunningen bij lange na niet de gewenste hoeveelheden. Wanneer onverwacht de tariefindeling van goederen wordt gecorrigeerd door de douane, kan dit tot gevolg hebben dat de goederen niet kunnen worden ingevoerd wegens gebrek aan een invoervergunning.
Gelet op de diversiteit van kerstfeestartikelen en de jaarlijks wisselende trends is het niet mogelijk van te voren de indeling van al deze artikelen te laten bepalen en te laten vastleggen in bindende tariefinlichtingen. De uitleg van de term "kerstfeestartikelen" is voor deze importeur dan ook van groot belang.
4.2. De bewoordingen van post 9505 zijn te beperkt om daarin alle kerstartikelen onder te brengen. Volgens de toelichting IDR op de post 9505 worden als kerstartikelen aangemerkt artikelen voor kerstboomversiering en artikelen die gewoonlijk - waaronder anders dan de inspecteur kennelijk van mening is, niet mag worden verstaan "uitsluitend" - bij kerstfeesten worden gebruikt. De Nederlandse toelichting is beperkter in zijn omschrijving dan de Engelse versie; dit komt omdat de kerstbeleving van invloed is op de indeling van bepaalde kerstartikelen. De laatste jaren ontstaat er een grote toename in variëteit ten aanzien van bij het kerstfeest gebruikte artikelen. Een en ander blijkt uit de overgelegde catalogi "1994 Christmas Catalog-Kurt S Adler Inc" en "Innovation The magic Christmas 1996". Die trend is met name gebaseerd op de Anglo-Saksische kerstbeleving, waarbij het mode is om een kerstboom volgens een bepaald thema op te tuigen. In die catalogi worden kerstversieringen voor bepaalde thema's genoemd, bijvoorbeeld Disney-figuren, die in Nederland niet direct in verband worden gebracht met kerst. Een product is als kerstfeestartikel in de zin van genoemde post aan te merken, indien het bijdraagt tot het ontstaan van een kerstsfeer, hetgeen dient te worden beoordeeld aan:
- het gebruiksdoel, zoals dit bijvoorbeeld uit catalogi kan blijken,
- zijn uiterlijke kenmerken en
- de afnemers.
In het arrest van het Hof van Justitie van 14 juli 1981, zaak nr. 205/80, Jur. 1981, blz. 2097-2106, werden "flashing light circles" als kerstfeestartikelen aangemerkt. Uit dit arrest blijkt dat voor de indeling in het GDT het gebruiksdoel van het artikel prevaleert boven het materiaal.
Bij het arrest van het Hof van Justitie van 20 november 1997, nr. C-338/95, Jur. 1997, blz. 6495-6526, is ten aanzien van de indeling van nachtkleding overwogen dat het gebruiksdoel en de modetrends in de lidstaten in acht moeten worden worden genomen.
Indien een goed op zichzelf niet traditioneel als met de kerst verbonden wordt beschouwd, kan indeling als kerstartikel toch plaatsvinden, indien er mee wordt geadverteerd als kerstboomversiering, aan het product een bevestiging is gemaakt om het in de kerstboom te hangen en het product daarvoor niet te zwaar is. De indeling in het tarief moet worden bepaald aan de hand van trends in het heden; niet juist is daarom de stelling van de inspecteur dat post 9505 uitsluitend is bestemd voor goederen die volgens "traditional use" met de kerst zijn verbonden.
4.3. Aangifte nr. 0000.38.131/00 95 00001876
Primair: De onderhavige eco-kerstartikelen kunnen niet worden ingedeeld onder post 0604, aangezien deze artikelen industriëel worden vervaardigd en geen producten zijn, die - zoals volgens aantekening 1 bij hoofdstuk 6 van de IDR is bepaald - gewoonlijk door tuinders, boomkwekers of bloemisten worden geleverd. De goederen zijn niet gelijk te stellen met bloemstukken, kransen of gevulde mandjes, noch vallen zij onder bloemisterijartikelen.
De onderhavige eco-artikelen sluiten aan bij de toenemende belangstelling voor eco-artikelen in de kerstbeleving. Ook deze goederen zijn bedoeld om in een kerstboom te worden gehangen of in een kerststukje te worden verwerkt.
Verwezen wordt naar de afbeeldingen van dier- en tuinfiguren in de catalogus Innovation en de catalogus Kurt Adler. Vanwege genoemd gebruiksdoel dienen de goederen als kerstfeestartikelen te worden aangemerkt; er behoeft daarvoor verder geen specifieke kerstversiering op te zijn aangebracht. Dit is in overeenstemming met de toelichting IDR op post 9505; dat volgens de Nederlandse toelichting sprake moet zijn van een kerstversiering is niet relevant. Subsidiair: De eco-artikelen bestaan uit versterkend materiaal (kunststof kern) en gedroogd gras. Toepassing van de aantekening 2 op hoofdstuk 6, waarin is gesteld dat versterkingen geen invloed hebben op de indeling, leidt tot indeling van de goederen onder post 0604 99 10.
4.4. Aangifte nr.00038 131/00 95 00002005
Deze rendierfiguren zijn ook bestemd om in een kerstboom te worden gehangen. Met het product wordt ook geadverteerd als kerstboomversiering, het wordt ook als zodanig verkocht. "Rudolf het rendier met de rode neus" is even onlosmakelijk met kerst verbonden als de kerstman zelf.
5. Het standpunt van de inspecteur
5.1. De goederen kunnen met toepassing van indelingsregel 1 worden ingedeeld aan de hand van de objectieve, uiterlijke kenmerken, die in het tarief worden genoemd. De opvatting van leveranciers over kerstfeestartikelen noch de vermelding in catalogi is voor de indeling in het tarief van belang. Evenmin is de kerstbeleving als subjectief mengsel van traditie, beeldmanipulatie, sfeerschetsing, marketing en uitstraling relevant.
De GS-toelichting op 9505 geeft een belangrijke aanwijzing voor de interpretatie van de bewoordingen van deze post; die interpretatie sluit niet aan bij de extensieve uitleg die belanghebbende aan post 9505 geeft.
Bij dit gebruik gaat het om "traditional use", en niet om het gebruik zoals dat door de markt wordt gedefinieerd.
In de nationale toelichting op post 9505 is vermeld dat behalve de in de GS-toelichting (IDR) genoemde producten als kerstfeestartikel kunnen worden ingedeeld producten, die uitsluitend een decoratieve waarde hebben en als kerstfeestartikel ontworpen, vervaardigd of herkenbaar zijn. Daarvan is volgens de toelichting pas sprake als het product is voorzien van enige verwijzing naar het kerstfeest. Uit de nationale toelichting blijkt tevens dat met de in de GS-toelichting (IDR) voorkomende term "gewoonlijk bij kerstfeesten worden gebruikt" wordt bedoeld "in het algemeen uitsluitend". De nationale toelichting is niet bedoeld om de beperkte reikwijdte van de post te verruimen.
Aangifte 0000 38 131/00 95 00001876
5.2. De onderhavige eco-artikelen hebben geen enkel typisch kenmerk van het kerstfeest noch worden ze uitsluitend in die bepaalde periode van het jaar gebruikt.
Van appels is nog voorstelbaar dat ze in de boom worden gehangen, maar dit geldt niet voor de egels en kikkers. In dit verband wordt gewezen op de uitspraak van de Tariefcommissie van 16 december 1997, nr. 0056/96, UTC 1998/11.
De eco-artikelen zijn vervaardigd uit delen van planten. Daarbij zijn bewerkingen uitgevoerd die meer inhouden dan het enkel drogen; te weten het in de vorm knippen of snijden en het lijmen daarvan. Derhalve komt post 0604 99 10 niet in aanmerking. Met toepassing van indelingsregel 1 dienen de goederen onder post 0604 99 90 te worden ingedeeld.
Aangifte nr. 000038131/00 95 00002005
5.3. De "rendieren" voldoen aan de bewoordingen van post 9503 41 00; Het betreft hier speelgoed, zijnde nabootsingen van dieren. Steun voor deze indeling wordt gevonden in tarifering 33 op post 9503. Het wezenlijk karakter van het goed wordt niet gewijzigd doordat er een ophanglusje aan wordt bevestigd.
6.1. Uit de sub 3. vermelde GS-toelichting (IDR) op post 9505 valt af te leiden dat goederen slechts onder post 9505 10 90 van het GDT kunnen worden ingedeeld indien zij door hun eigenschappen en kenmerken gewoonlijk in de periode rondom kerst worden gebruikt. Naar objectieve maatstaven te bepalen verwijzingen naar het kerstfeest moeten daarbij voor de indeling in het GDT van doorslaggevende betekenis zijn. Vermelding van goederen in kerstcatalogi noch de plaatsing daarvan in in verband met het kerstfeest versierde etalages van winkels is relevant voor de beantwoording van de vraag of aan genoemde eisen wordt voldaan.
6.2. Aangifte 0000 38 131/00 95 0001876
6.2.1. De onderhavige artikelen zijn gedurende het gehele jaar te verkrijgen; zij bevatten geen verwijzingen naar het kerstfeest, zij kunnen derhalve niet als kerstfeestartikel worden ingedeeld. De omstandigheid dat die artikelen in kerststukjes kunnen worden verwerkt doet daaraan niet af.
6.2.2. De artikelen betreffen industrieel verwerkte goederen van kunststof, waarop "bewerkt gras" is opgeplakt. De vorm van de goederen wordt bepaald door de kern van kunststof; Post 0604 is niet van toepassing omdat onder die post alleen vallen de daarin genoemde planten(delen) die zijn bestemd om na de invoer te worden verwerkt in bloemstukken of in versieringen.
6.2.3. Nu deze artikelen niet voldoen aan een meer specifieke omschrijving in enige andere post, dienen zij naar het oordeel van de Tariefcommissie als versierings-voorwerpen van kunststof onder post 3926 40 00 te worden ingedeeld.
6.3. Aangifte nr. 000038131/00 95 00002005
Het onderhavige figuur van een "rendier" kan het gehele jaar door als speelgoed worden gebruikt; het karakter van speelgoed acht de Tariefcommissie bepalend voor de indeling. De verwijzing naar de kerstfiguur "Rudolf, het rendier met de rode neus" is niet van voldoende belang om aan de indeling als speelgoed in de weg te staan.
6.4. Op grond van al het voorgaande dient te worden beslist als sub 8. is vermeld.
Ingevolge artikel 3 van het Besluit proceskosten fiscale procedures zal de Tariefcommissie in deze zaak geen veroordeling in de proceskosten uitspreken, aangezien zulks reeds is geschied in de uitspraak in de zaak nummer 0072/97 TC, die met deze zaak samenhangt.
De Tariefcommissie:
- vernietigt de uitspraak, waarvan beroep, voor zover deze betrekking heeft op de goederen van aangifte nr. 000038 131/00 95 00001876;
- stelt vast dat deze goederen moeten worden ingedeeld onder post 3926 40 00 van het GDT;
- bevestigt de uitspraak voor het overige;
- gelast de inspecteur aan belanghebbende het griffierecht ad f 150,-- te vergoeden.
Aldus gewezen in raadkamer op 24 augustus 1999 door mr. H.M.J.I. Steenbergen, voorzitter, mr. F.H.M. Possen, ondervoorzitter, H.J. Bokhorst, gewoon lid, en dr. J. Heemskerk en mr. Th.J.G. van Berkum, buitengewone leden, in tegenwoordigheid van mr. M.E. Padt als secretaris.
De secretaris: De voorzitter:
De beslissing is in het openbaar uitgesproken ter zitting van 14 december 1999.