98/4230
15 september 2000
GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
Vierde Meervoudige Belastingkamer
UITSPRAAK
op het beroep van X te Z, belanghebbende,
tegen
een uitspraak van het hoofd belastingen van de gemeente P, verweerder.
1. Loop van het geding
Van belanghebbende is ter griffie van het gerechtshof een beroepschrift ingekomen op 22 september 1998, ingediend door A te U als zijn gemachtigde.
Het beroep is gericht tegen de uitspraak van verweerder met dagtekening 14 augustus 1998 betreffende de aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslag parkeerbelastingen, aanslagnummer 041297.1926.4418. Het beroep is aangevuld bij brief van 2 december 1998.
De aanslag ten bedrage van f 66,50 is bij de bestreden uitspraak gehandhaafd.
Het beroep strekt tot vernietiging van de uitspraak en van de naheffingsaanslag.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend en concludeert tot bevestiging van de bestreden uitspraak.
Ter zitting van 18 augustus 1999 van de Tiende Enkelvoudige Belastingkamer zijn verschenen de vorengenoemde gemachtigde en B namens verweerder.
De gemachtigde heeft ter zitting een pleitnota voorgedragen en overgelegd, waarvan de inhoud als hier opgenomen geldt.
Na de zitting is de behandeling van de zaak schriftelijk voortgezet. Er heeft een briefwisseling plaatsgehad ten aanzien waarvan het bepaalde in artikel 14 en 16 van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken toepassing heeft gevonden. Vervolgens is de zaak ter verdere behandeling overgedragen aan de Vierde Meervoudige Belastingkamer.
Ter zitting van 7 juli 2000 zijn verschenen de gemachtigde van belanghebbene, alsmede namens verweerder B en C.
2. Tussen partijen vaststaande feiten
2.1. De auto van belanghebbende is op 4 december 1997 om circa 19.26 uur geparkeerd aangetroffen bij parkeermeter 232 op de S-laan te P. Belanghebbende heeft aldaar geen parkeerbelasting voldaan.
Op de parkeerplaats bevond zich een parkeermeter met de navolgende tekst:
Van maandag t/m zaterdag 9.00-18.00 uur
Op koopavonden 18.00-21.00 uur
Op door B & W aangegeven
koopzondagen 12.00-17.00 uur.
2.2. In verband met de viering van het Sinterklaas hebben B & W van P onder meer donderdag 4 december 1997 als extra koopavond aangewezen, waarop tegen betaling van parkeerbelasting mag worden geparkeerd. Deze aanwijzing vond plaats naar aanleiding van het feit dat de meeste winkeliers van het centrum van Zeist besloten hadden vanwege Sinterklaas hun winkels in de avonduren extra open te stellen.
Het besluit van B & W is bekendgemaakt door mededeling daarvan op 25 november 1997 op de gemeentepagina van de Nieuwsbode, een in P tweemaal per week huis aan huis bezorgde plaatselijke krant.
3. De Verordeningen
3.1. Op 1 september 1991 zijn in de gemeente P van kracht geworden de Parkeerverordening P 1991 en de Verordening Parkeerbelastingen 1991. Op die datum is tevens in werking getreden het besluit van B & W tot aanwijzing van weggedeelten die bestemd zijn of mede bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders en tot aanwijzing van de plaats waar en het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van belasting mag worden geparkeerd (hierna: het Besluit). Blijkens de tekst van het Besluit is de eerstgenoemde aanwijzing gebaseerd op artikel 2, eerste lid van de Parkeerverordening P 1991 en de laatstgenoemde aanwijzing gebaseerd op artikel 10 van de Verordening Parkeerbelastingen 1991.
In het Besluit is de S-laan te P aangewezen voor het parkeren tegen betaling van belasting op grond van artikel 10 van de Verordening Parkeerbelastingen 1991.
3.2. De Verordening Parkeerbelastingen 1991 is -voor zover hier van belang- ingevolge artikel 16, eerste en derde lid, van de hierna te noemen Verordening Parkeerbelastingen 1997,
ingetrokken met ingang van 1 april 1997.
3.3. Op 14 oktober 1996 heeft de raad van de gemeente P de Verordening parkeerbelastingen 1997 (hierna: de Verordening) vastgesteld, welke in werking is getreden op 1 januari 1997.
De Verordening is bekendgemaakt in de Nieuwsbode van 26 november 1996. De Verordening is gewijzigd bij besluit van de raad van de gemeente P van 7 april 1997. Deze wijziging is bekendgemaakt in de Nieuwsbode van 15 april 1997.
3.4. Artikel 2 van de Verordening luidt als volgt:
"Belastbaar feit
Onder de naam 'parkeerbelastingen' worden de volgende
belastingen geheven:
a. een belasting ter zake van het parkeren van een voer tuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de
daarin aangewezen gevallen door burgemeester en wethou ders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;
b. een belasting ter zake van een van gemeentewege ver leende vergunning voor het parkeren van een voertuig op
de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.".
3.5. Artikel 10 van de Verordening luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
"Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, van het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting (...) mag
worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar
te maken besluit.".
3.6. Na de vaststelling van de Verordening is geen besluit genomen als bedoeld in artikel 10 van de Verordening.
3.7. De Tarieventabel, behorende bij de Verordening, vermeldt onder meer dat het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur aan de S-laan f 0,25 per 8,5 minuut bedraagt.