ECLI:NL:GHAMS:2000:AA9167
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. den Boer
- M. Rentenaar-Groot
- Rechtspraak.nl
Aftrekbaarheid van verhuiskosten voor freelancers met gezinsuitbreiding
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 13 december 2000, staat de aftrekbaarheid van verhuiskosten centraal. De belanghebbende, werkzaam als auteur, vertaler, presentator en acteur, heeft in 1998 een verhuizing doorgevoerd naar aanleiding van de geboorte van zijn tweede kind. Hij stelde dat de verhuizing noodzakelijk was om een eigen werkkamer te kunnen inrichten, aangezien de oude woning niet meer voldeed aan zijn behoeften. De belastinginspecteur had echter de verhuiskosten niet als aftrekbaar erkend, wat leidde tot een geschil.
De belanghebbende had in zijn aangifte een bedrag van ƒ 6.697 aan verhuiskosten opgevoerd, maar de inspecteur betwistte de noodzaak van de verhuizing vanuit een zakelijk perspectief. Tijdens de zitting werd duidelijk dat de werkkamer in de oude woning op zich niet te klein was, en dat de verhuizing voornamelijk was ingegeven door persoonlijke motieven, zoals de wens om het tweede kind een eigen kamer te geven. Het Hof oordeelde dat de omstandigheden die tot de verhuizing hebben geleid, niet voldoende waren om de verhuiskosten als aftrekbaar te beschouwen.
Het Hof concludeerde dat de verhuiskosten niet als zakelijke kosten konden worden aangemerkt, omdat de noodzaak voor de verhuizing niet voortkwam uit de werkzaamheden van de belanghebbende, maar uit persoonlijke overwegingen. De uitspraak van de inspecteur werd bevestigd, en het beroep van de belanghebbende werd ongegrond verklaard. De schriftelijke uitspraak werd vastgesteld ter vervanging van de mondelinge uitspraak van 24 augustus 2000, gedaan door mr. Den Boer, lid van de belastingkamer, in tegenwoordigheid van mr. Rentenaar-Groot als griffier.