ECLI:NL:GHAMS:2001:AB0499
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Mr. Boersma
- Rechtspraak.nl
Herstelbeleid bij naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting en de criteria voor bestelauto's
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 8 maart 2001 uitspraak gedaan in een geschil tussen een belastingplichtige en de inspecteur van de Belastingdienst over een naheffingsaanslag in de motorrijtuigenbelasting. De belastingplichtige, houder van een Opel Monterey, had op 19 mei 2000 beroep ingesteld tegen de uitspraak van de inspecteur, die op 11 april 2000 een naheffingsaanslag had opgelegd. De inspecteur stelde dat de Opel niet voldeed aan de criteria voor een bestelauto, omdat er een gebrek was aan een in de wet omschreven vaste wand. De belastingplichtige had echter de inrichting van zijn auto aangepast na een vooraankondiging van de inspecteur en stelde dat hij niet op de hoogte was van de wettelijke eisen.
Het Hof oordeelde dat de belastingplichtige binnen veertien dagen na de vooraankondiging zijn auto had aangepast, waardoor deze voldeed aan de vereisten voor een bestelauto. Het Hof concludeerde dat de inspecteur ten onrechte de naheffingsaanslag had opgelegd, aangezien het herstelbeleid, zoals verwoord in het Besluit van de Staatssecretaris van 30 januari 2001, ook van toepassing was op nog niet onherroepelijk vaststaande aanslagen. De uitspraak van de inspecteur werd vernietigd en het beroep van de belastingplichtige werd gegrond verklaard. De inspecteur werd bovendien veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht aan de belastingplichtige, te betalen door de Staat.
De uitspraak benadrukt het belang van het herstelbeleid en de mogelijkheid voor belastingplichtigen om hun voertuigen aan te passen aan de wettelijke eisen, vooral in gevallen waar er onduidelijkheid bestaat over de classificatie van voertuigen. Het Hof heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling van de inspecteur in de proceskosten van de belastingplichtige.