ECLI:NL:GHAMS:2001:AD4948
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- mr. Faase
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen 1997
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 5 september 2001 uitspraak gedaan in het beroep van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst. Het beroep betreft de aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1997, waarbij de inspecteur een belastbaar inkomen van ƒ 41.100 had vastgesteld. Tijdens de zitting op 22 augustus 2001 heeft de inspecteur verklaard dat dit bedrag bestond uit een huurwaardeforfait van ƒ 1.100 en een geschat bedrag van ƒ 40.000, waarvan hij niet kon onderbouwen waarom dit bedrag was gekozen. De inspecteur was van mening dat belanghebbende niet de vereiste aangifte had gedaan, wat leidde tot de afwijzing van het beroep, tenzij belanghebbende kon aantonen dat de aanslag onjuist was.
Het Hof oordeelde dat belanghebbende niet de vereiste aangifte had gedaan, omdat hij deze niet binnen de gestelde termijn had ingediend. Het Hof stelde vast dat de inspecteur de aanslag niet naar willekeur mocht vaststellen en dat deze gebaseerd moest zijn op een redelijke schatting. Aangezien de inspecteur niet kon onderbouwen waarom het geschatte inkomen van ƒ 40.000 redelijk was, concludeerde het Hof dat deze schatting niet aanvaardbaar was. Belanghebbende kon ook niet overtuigend aantonen dat zijn aangegeven inkomen correct was, en het Hof besloot het belastbare inkomen in goede justitie vast te stellen op ƒ 24.000, rekening houdend met het huurwaardeforfait.
Het Hof verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak op bezwaar, en verlaagde de aanslag naar een belastbaar inkomen van ƒ 24.000. Tevens werd de inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van ƒ 1.435. De uitspraak werd ter openbare zitting gedaan en belanghebbende werd geïnformeerd over de mogelijkheid om een schriftelijke uitspraak aan te vragen.