GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
BESCHIKKING van 19 december 2001 in de zaak met rekestnummer 1095/2001 OK van
1. F.A.M. FAAS,
wonende te Boekel,
2. J.P. VISSER,
wonende te Hillegom,
3.L.H.M. JONGEN,
wonende te Echteld,
4. S. ILCKEN,
wonende te Diemen,
5. W. ILCKEN,
wonende te Huizen,
6. G.P.A. BAKKER,
wonende te Vlaardingen,
7. R. VERHEIJEN,
wonende te Amstelveen,
8. P. VAN DE BOOGERT,
wonende te Almere,
9. R. ZIMET,
wonende te Peest,
10. J.A. KEMP,
wonende te Maarsen,
11. G. KOENDERS,
wonende te Rotterdam,
12. H.J.L. SMELLINK,
wonende te La Vella, Andorra,
13. C. VAN AMSTEL,
wonende te Velserbroek,
VERZOEKERS,
procureur: mr L.P. Broekveldt,
advocaten: mr J.H. Lemstra en M.J. Kroeze,
De naamloze vennootschap
AND INTERNATIONAL PUBLISHERS N.V.,
gevestigd te Rotterdam,
VERWEERSTER,
procureur: mr B.J.H. Crans,
advocaat: mr R.M. Hermans.
1. Het verloop van het geding
1.1 Verzoekers, hierna ook Faas c.s. te noemen, hebben bij op 14 december 2001 ter griffie van de Ondernemingskamer onder rekestnummer 1095/2001 OK ingekomen verzoekschrift met producties de Ondernemingskamer verzocht:
· één of meer deskundigen te benoemen tot het instellen van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van de naamloze vennootschap AND International Publishers N.V. vanaf 22 februari 2001 of vanaf zoveel eerder of later als de Ondernemingskamer wenselijk acht, voor zover dit beleid en deze gang van zaken betrekking hebben op de onderwerpen die in het verzoekschrift aan de orde zijn gesteld of op zulke onderwerpen als de Ondernemingskamer wenselijk acht;
· voor de duur van het geding of zoveel korter als de Ondernemingskamer in goede justitie wenselijk acht de volgende onmiddellijke voorzieningen te treffen:
a) indien de onderhandse emissie van 375.000.000 gewone aandelen op naam aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Roosland Beheer B.V. nog niet is geëffectueerd op de datum van het treffen van de onmiddellijke voorzieningen: het aan de onderhandse emissie ten grondslag liggende emissiebesluit te schorsen en het bestuur van AND International Publishers N.V. en - andere - natuurlijke personen of rechtspersonen die bevoegd zijn AND International Publishers N.V. te vertegenwoordigen te verbieden om de 375.000.000 gewone aandelen op naam onderhands uit te geven aan Roosland Beheer B.V.;
b) indien de onderhandse emissie van 375.000.000 gewone aandelen op naam aan Roosland is geëffectueerd op de datum van het treffen van de onmiddellijke voorzieningen: de 375.000.000 aandelen op naam tijdelijk over te dragen aan een onafhankelijke en ter zake kundige derde die gedurende het onderhavige geding op de aandelen zal stemmen zoals het hem goeddunkt in het belang van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming en het stemrecht op de 375.000.000 gewone aandelen op naam te schorsen zolang de tijdelijke overdracht nog niet is geëffectueerd;
c) voor zover tijdelijke overdracht niet wordt bevolen: het stemrecht op de 375.000.000 aandelen op naam gedurende het onderhavige geding te schorsen;
d) ten minste één onafhankelijke commissaris te benoemen in aanvulling op de raad van commissarissen die thans - in strijd met de statuten - uit één persoon bestaat, waarbij wordt bepaald dat bij het staken der stemmen in de vergadering van de raad van commissarissen de stem van de tijdelijk benoemde commissaris doorslaggevend is;
e) en/of zodanige voorzieningen te treffen als de Ondernemingskamer in goede justitie wenselijk acht;
· te bepalen dat het salaris en de kosten van de door de Ondernemingskamer te benoemen tijdelijke commissaris ten laste komen van AND International Publishers N.V.;
· te bepalen dat de beschikking waarbij onmiddellijke voorzieningen worden getroffen uitvoerbaar bij voorraad is.
1.2 Bij verweerschrift met producties, ingekomen ter griffie van de Ondernemingskamer op 17 december 2001, heeft verweerster, hierna ook AND te noemen, de stellingen van verzoekers bestreden en de Ondernemingskamer verzocht de verzoeken af te wijzen met veroordeling van Faas c.s. in de kosten van het geding.
1.3 Het verzoek is behandeld ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 18 december 2001, alwaar partijen hun standpunten hebben doen bepleiten door hun advocaten die zich beiden hebben bediend van een - bij de stukken gevoegde - pleitnota. Bij die gelegenheid hebben partijen voorts nog producties in het geding gebracht.
1.4 De inhoud van alle vermelde stukken van het geding - waaronder de pleitnotities en de producties - geldt als hier herhaald en ingelast.
2.1 AND legt zich toe op het leveren van geografische diensten aan het bedrijfsleven en aan particulieren. Zij verzamelt en onderhoudt wereldwijd digitaal opgeslagen wegen- en adresinformatie en past deze informatie onder meer toe in routeplanners en kilometerregistratiesoftware. AND biedt haar producten zowel op CD-rom als door middel van internet aan. In Europa is zij marktleidster en heeft zij vestigingen in Nederland, de Bondsrepubliek Duitsland en Ierland. Voorts heeft zij vestigingen in India en de Verenigde Staten van Amerika.
2.2 Het geplaatste kapitaal van AND bestaat uit 589.811.656 aandelen met elk een nominale waarde van EUR 0,01. De aandelen luiden op naam of aan toonder en zijn genoteerd aan de Amsterdamse Effectenbeurs Euronext N.V. Verzoekers houden ongeveer 155.000.000 aandelen
2.3 Op 8 juni 1998 heeft AND een achtergestelde converteerbare obligatielening van NLG 50.000.000 uitgegeven met een looptijd van vijf jaar en een rentevergoeding van 2%. De 50.000 achtergestelde converteerbare obligaties van elk NLG 1.000,- werden verhandeld aan de Amsterdamse Effectenbeurs Euronext N.V.
2.4 Op 22 februari 2001 is aan AND en enkele van haar dochtervennootschappen voorlopige surseance van betaling verleend met benoeming van mr J.G. Princen te Rotterdam tot bewindvoerder. Op 15 mei 2001 is de surseance van betaling aan AND definitief verleend.
2.5 Door de surseance van betaling is de converteerbare obligatielening opeisbaar geworden. Bij brief van 23 februari 2001 heeft Amsterdamsch Trustee's Kantoor B.V., dat volgens de Trustakte de obligatiehouders vertegenwoordigde, de lening opgeëist.
2.6 Mr Princen heeft in maart 2001 overleg gevoerd met Roosland Beheer B.V. (hierna ook Roosland te noemen), een vennootschap die zich onder meer toelegt op het participeren in beursfondsen en het opkopen van ondergewaardeerde bedrijven. Deze gesprekken betroffen de herfinanciering van herstructurering van AND waardoor AND en enkele van haar dochtervennootschappen de onderneming zouden kunnen voortzetten en de surséance van betaling zou kunnen worden beëindigd.
2.7 Op 20 april 2001 heeft een buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders van AND plaatsgevonden waarin de hoofdpunten met betrekking tot de herfinanciering en de herstructurering van AND aan de orde zijn gekomen. Tot die hoofdpunten behoorden dat Roosland boedelkredieten zou verstrekken, dat de aandeelhouders van AND zouden instemmen met afstempeling van de aandelen in AND zonder terugbetaling van NLG 1,- tot EUR 0,01 per aandeel, dat de houders van de achtergestelde converteerbare obligaties zouden instemmen met omwisseling van de obligaties in aandelen van nominaal EUR 0,01 per aandeel tegen een uitoefenprijs van NLG 0,10, dat aan de schuldeisers van AND en haar dochtervennootschappen AND Holding B.V. en AND International Publishing PLC een akkoord zou worden aangeboden en dat Roosland de middelen voor dit akkoord zou financieren met behulp van een niet onmiddellijk opeisbare lening, dat Roosland als vergoeding voor het verstrekken van de financiering en voor de ondersteuning van het management van AND een aandelenbelang van 10 % na afstempeling en conversie zou krijgen, dat de lening van Roosland zou worden afgelost door - zo mogelijk binnen een jaar na de datum van de beëindiging van de surseance van betaling - het uitschrijven van een claimemissie voor een bedrag gelijk aan de door Roosland verstrekte lening, dat met de opbrengst van de claimemissie de lening van Roosland zou worden terugbetaald en dat de structuur van AND en haar dochtervennootschappen zou worden gewijzigd aldus dat AND alle aandelen zou gaan houden in AND Holding B.V. en deze laatste vennootschap op haar beurt alle aandelen zou gaan houden in de werkmaatschappijen, waarbij de activiteiten in Nederland zouden uitgeoefend gaan worden in AND Products B.V.
2.8 Tijdens de vergadering van 20 april 2001 is het voor de herfinanciering noodzakelijke besluit tot statutenwijziging genomen waarbij de nominale waarde van de aandelen werd teruggebracht van NLG 1,- naar EUR 0,01 per aandeel, zonder terugbetaling van kapitaal. Voorts is de tijdelijk bestuurder tijdens deze vergadering gedefungeerd en is J.D. Kruif, statutair bestuurder van Roosland, benoemd tot commissaris van AND.
2.9 Op 24 juni 2001 is tussen AND en Roosland een definitieve overeenkomst gesloten, waarbij tevens partij waren AND Products B.V. en Mr Princen in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van AND Data Solutions en AND Software B.V. In deze overeenkomst zijn - onder meer - bepalingen opgenomen omtrent de herfinanciering (artikel 2), het financieel akkoord (artikel 3), de claimemissie (artikel 4) en de beloning van Roosland.
2.10 Voor zover in het bijzonder van belang houden voormelde artikelen onderscheidenlijk in: artikel 2: "Roosland zal voorts de betreffende leningen en de daarover verschuldigde rente niet opeisen voordat een claimemissie bij AND als bedoeld in artikel 4.1 zal hebben plaatsgevonden"; artikel 3: "de houders van de achtergestelde converteerbare obligaties (..) zal worden voorgesteld in te stemmen met een verplichte conversie in aandelen AND met een nominale waarde van Euro 0,01 met een uitoefenprijs van NLG 0,10."; artikel 4: "Zo mogelijk binnen één jaar na de beëindiging van de surséance van betaling aan AND zal AND een claimemissie uitschrijven voor een bedrag gelijk aan de leningen van Roosland als bedoeld in artikel 2.1 Partijen gaan er van uit dat dit bedrag van circa NLG 7.000.000,-- zal zijn. Met de opbrengsten van deze claimemissie zullen de lenigen van Roosland bedoeld in artikel 2.1 worden terugbetaald. (..) Voordat tot een emissie zal worden overgegaan, zal na beëindiging van de surseance van betaling van AND de jaarrekening over 2000 rechtsgeldig moeten zijn opgemaakt en vastgesteld."; artikel 5: "Als vergoeding voor de bereidheid tot het verstrekken van financiële middelen voor akkoorden (..) zal AND aan Roosland zonder andere kapitaalstorting een zodanig aantal aandelen uitgeven gelijk aan 10% van het uitstaande kapitaal van AND na uitgifte nadat alle converteerbare obligaties zijn omgezet in aandelen AND en nadat de claimemissie als bedoeld in artikel 4 heeft plaatsgevonden. Van deze aan Roosland uit te geven aandelen zullen al na conversie 53.6000.000 aandelen worden uitgegeven en de rest na de claimemissie".
2.11 Op 25 juni 2001 zijn de ontwerpen van een akkoord in de surseances van AND, AND Holding B.V. en AND International Publishers PLC gedeponeerd. Amsterdamsch Trustee's Kantoor B.V. heeft vervolgens namens de houders van de achtergestelde converteerbare obligaties verklaard haar stem te zullen uitbrengen ten faveure van het op AND betrekking hebbend ontwerpakkoord.
2.12 Op 27 juni 2001 heeft mr Princen een toelichting op het ontwerpakkoord beschikbaar gesteld aan alle crediteuren onder wie de voormalige houders van de achtergestelde converteerbare obligaties. In die toelichting is nog eens de strekking van de op 24 juni 2001 gesloten overeenkomst uiteengezet en aangegeven dat AND de door Roosland verstrekte leningen zou voldoen uit de opbrengst van een claimemissie. In de toelichting is onder meer de volgende passage opgenomen: "Roosland Beheer B.V. had op surséancedatum overigens circa 15% van de obligaties in handen. In totaal verkrijgt Roosland Beheer B.V. dus nu een belang in AND International Publishers N.V. als het ontwerpakkoord wordt aanvaard van circa 25%."
2.13 Op 13 juli 2001 heeft een vergadering van de houders van de achtergestelde converteerbare obligaties plaatsgevonden. Het was de bedoeling een besluit tot goedkeuring te nemen over het voorstel van Amsterdamsch Trustee's Kantoor B.V. om ten faveure van het ontwerpakkoord in de surseance van AND te stemmen. In verband met een te geringe aanwezigheid van obligatiehouders is dat besluit echter toen niet genomen kunnen worden. Zulks is wel geschied tijdens een vervolgvergadering van de obligatiehouders op 27 juli 2001.
2.14 Op 30 juli 2001 hebben de ontwerpakkoorden in de surseances van AND, AND Holding B.V. en AND International Publishers PLC de steun van de crediteuren gekregen. Doordat vervolgens het vonnis van de Rechtbank te Rotterdam tot homologatie van de akkoorden in kracht van gewijsde is gegaan, zijn de surseances van betaling, waaronder de surseance van AND, op 17 augustus 2001 beëindigd.
2.15 Op 20 augustus 2001 hebben de houders van de achtergestelde converteerbare obligaties deze omgezet in nieuwe aandelen AND op de wijze zoals eerder was voorgesteld. Op die dag zijn tevens 53.619.200 aan Roosland in verband met de voorfinanciering van de herfinanciering van AND toegezegde aandelen in het kapitaal van AND uitgegeven.
2.16 Op 17 september 2001 heeft de commissaris van AND, J.D. Kruif voornoemd, met gebruikmaking van de aan de raad van commissarissen ingevolge artikel 14 lid 5 van de statuten van AND toekomende bevoegdheid om bij ontstentenis van alle leden van het bestuur een persoon - al of niet uit de raad van commissarissen - aan te wijzen die het bestuur van AND zal voeren, K.E.J. van Ierlant tot bestuurder van AND benoemd.
2.17 Op 20 september 2001 heeft AND haar jaarrekening over het jaar 2000 opgemaakt. Deze is nog niet door de algemene vergadering van aandeelhouders vastgesteld. In de jaarrekening is onder meer vermeld: "Met Roosland is overeengekomen, dat terugbetaling van deze voorschotten, welke in totaal circa EUR 4 miljoen bedragen, zal plaatsvinden uit een binnen een jaar na beëindiging van de surseance van betaling door de vennootschap uit te schrijven en door Roosland te garanderen claimemissie."
2.18 Op of omstreeks 5 december 2001 heeft AND bij wege van onderhandse emissie 375.000.000 aandelen op naam voor een uitgifteprijs van EUR 0,01 bij Roosland geplaatst. Tevens heeft zij op of omstreeks voormelde datum onderhands 47.624.356 aandelen op naam om niet bij Roosland geplaatst. AND heeft deze plaatsing gerechtvaardigd met de stelling dat zij plaatsvond ter nakoming van de ingevolge artikel 5 van de onder 2.9 en 2.10 genoemde overeenkomst voor haar bestaande verplichting. Deze laatstgenoemde aandelen heeft Roosland inmiddels overgedragen aan haar aandeelhouder onderscheidenlijk een van haar aandeelhouders of een met haar gelieerde derde. Over deze beide plaatsingen van aandelen heeft geen - voorafgaand - overleg met de aandeelhouders, onder wie de voormalige houders van de achtergestelde converteerbare obligaties plaatsgevonden en evenmin zijn zij daarvan voorafgaand in kennis gesteld. Een claimemissie heeft niet plaatsgevonden.
3. De gronden van de beslissing
3.1 Gelet op de in deze zaak vaststaande feiten en omstandigheden heeft in de eerste plaats te gelden dat de aandeelhouders van AND, en meer in het bijzonder de voormalige houders van de achtergestelde converteerbare obligaties, er jegens AND aanspraak op konden maken dat AND, indien zij tot emissie van aandelen zou - moeten - overgaan, zij uitvoering zou geven aan hetgeen daaromtrent is bepaald in de meergenoemde overeenkomst van 24 juni 2001. Ook indien ervan wordt uitgegaan dat de aandeelhouders bij die overeenkomst contractueel niet hebben te gelden als partij daarbij, rust immers op AND ingevolge de redelijkheid en billijkheid die tussen haar en de hier in het bijzonder bedoelde aandeelhouders in acht dienen te worden genomen de verplichting zich jegens de aandeelhouders overeenkomstig die overeenkomst te gedragen. Er moet immers van worden uitgegaan dat de voormalige houders van de achtergestelde converteerbare obligaties hebben ingestemd met de conversie zoals die heeft plaatsgevonden nadat en omdat op verschillende tijdstippen en plaatsen een en andermaal was uiteengezet hoe de - financiële - herstructurering van AND zou gaan plaatsvinden. De aldus gewekte verwachtingen verdienen dan ook in rechte honorering, hetgeen temeer bevestiging vindt in de omstandigheid dat AND nog eens in de op 20 september 2001 opgemaakte - en door de algemene vergadering van aandeelhouders vast te stellen - jaarrekening over het jaar 2000 van de na de beëindiging van de surseance uit te schrijven claimemissie melding heeft gemaakt.
3.2 Ook indien ervan zou moeten worden uitgegaan dat AND dringend behoefte had aan versterking van haar eigen vermogen alsmede dat zulks in verband met voorgenomen beleid nog in het boekjaar 2001 diende plaats te vinden, valt niet in te zien dat AND in redelijkheid geen andere weg openstond dan het uitgeven - zonder enig voorafgaand overleg of voorafgaande toelichting dienaangaande en in strijd met het (rechtens geldende) beginsel van gelijke behandeling van aandeelhouders en zonder enige toen (voor anderen) kenbare motivering daarvoor - van een pakket aandelen zoals is geschied aan - slechts - een van haar aandeelhouders, welke uitgifte niet alleen tot verwatering leidde van het belang van de andere aandeelhouders maar bovendien Roosland - middellijk dan wel onmiddellijk - de - absolute - meerderheid in de algemene vergadering van aandeelhouders verschafte.
3.3 Overigens heeft AND onvoldoende aannemelijk gemaakt dat een emissie waarop alle aandeelhouders hadden kunnen inschrijven in verband met vigerende voorschriften in redelijkheid niet mogelijk zou zijn geweest, mede gezien de omstandigheid dat Roosland een claimemissie dient te garanderen.
3.4 AND heeft evenmin voldoende aannemelijk gemaakt dat en waarom het gerechtvaardigd was dat het statutair aan de aandeelhouders toegekende voorkeursrecht genegeerd zou moeten worden. De omstandigheid dat het de bestuurder van AND eerst na de emissie aan Roosland, namelijk op 17 december 2001 en mitsdien ook eerst nadat deze zaak aanhangig was gemaakt en één dag voordat de terechtzitting van de Ondernemingskamer plaatsvond, de - statutair voorgeschreven - motivering van de beslissing tot uitsluiting van het voorkeursrecht van de aandeelhouders en de motvering van de keuze voor de voorgenomen koers heeft gegeven, doet de noodzaak tot voormeld negeren te minder aannemelijk zijn.
3.5 AND heeft voorts - niet voldoende - aannemelijk gemaakt dat, indien al zou moeten worden overgegaan tot een emissie zoals is geschied, zulks niet had kunnen plaatsvinden op een wijze dat - ook - voldoende rekening zou worden gehouden met de gerechtvaardigde belangen van de andere aandeelhouders, bijvoorbeeld in de vorm dat de plaatsing van aandelen bij Roosland tijdelijk zou zijn aldus dat deze weer ongedaan zou worden gemaakt en alsnog tot een claimemissie zou worden overgegaan op een - later - tijdstip waarop de financiële toestand van AND daartoe de ruimte zou bieden.
3.6 Wat het beroep van AND op artikel 5 van de onder 2.9 en 2.10 genoemde overeenkomst betreft heeft nog te gelden dat dat beroep miskent dat in dat artikel is bepaald dat de uitgifte van aandelen zoals daarin bedoeld eerst dient plaats te vinden nadat de in die overeenkomst ook vermelde claimemissie heeft plaatsgevonden.
3.7 De miskenning van de aanspraken van de aandeelhouders zoals hiervoor uiteengezet is zodanig dat sprake is van gegronde redenen om te twijfelen aan een juist beleid van AND die het doen plaatsvinden van een onderzoek rechtvaardigen. Het daartoe strekkende verzoek zal de Ondernemingskamer dan ook toewijzen.
3.8 Eveneens is het verzoek tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen voor toewijzing vatbaar. In dat verband acht de Ondernemingskamer het van belang dat in de algemene vergadering van aandeelhouders van AND de situatie zal blijven bestaan alsof de bestreden emissies niet zouden hebben plaatsgevonden alsmede dat wijziging komt in het toezicht op het bestuur en het beleid van AND.
3.9 De Ondernemingskamer overweegt ten slotte nog dat zij de vraag onder ogen heeft gezien of de afweging van de te dezen in aanmerking te nemen belangen, waaronder het belang van AND van een onderzoek verschoond te blijven, tot afwijzing van de verzoeken dient te leiden. Zoals uit hetgeen hiervoor is overwogen volgt, beantwoordt zij die vraag - echter - ontkennend.
3.10 Al het vorenoverwogene leidt tot de hierna te vermelden beslissing, met veroordeling van AND als de in het ongelijk te stellen partij in de kosten van het geding.
Verstaat dat er gegronde redenen zijn om te twijfelen aan een juist beleid van de naamloze vennootschap AND International Publishers N.V., gevestigd te Rotterdam, in het tijdvak vanaf 22 februari 2001 in voege zoals hiervoor overwogen;
Beveelt een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van AND International Publishers N.V. over voormelde periode;
Benoemt mr L.P. van den Blink te Amsterdam teneinde voormeld onderzoek te verrichten;
Stelt het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten EUR 20.000-, de omzetbelasting daarin niet begrepen en bepaalt dat deze kosten ten laste komen van AND International Publishers N.V.;
Bepaalt dat AND International Publishers N.V. voor de betaling van die kosten ten genoegen van de onderzoeker zekerheid dient te stellen;
Treft, vooralsnog voor de duur van het geding, de volgende onmiddellijke voorzieningen:
· benoemt een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon tot commissaris van AND International Publishers N.V. en bepaalt dat, in geval van staking der stemmen in de vergadering van de raad van commissarissen, de stem van deze commissaris doorslaggevend zal zijn;
· bepaalt dat het salaris en de kosten van de commissaris ten laste van AND International Publishers N.V. komen en dat zij voor de betaling van dat salaris en die kosten ten genoegen van de commissaris zekerheid dient te stellen;
· schorst het stemrecht op de ingevolge de op of omstreeks 5 december 2001 plaatsgevonden hebbende onderhandse emissie aan Roosland Beheer B.V. uitgegeven 375.000.000 gewone aandelen op naam in het kapitaal van AND International Publishers N.V. alsmede het stemrecht op de ingevolge artikel 5 van de hiervoor onder 2.9 genoemde overeenkomst van 24 juni 2001 aan Roosland Beheer B.V. op of omstreeks 5 december 2001 uitgegeven - en inmiddels door haar aan haar aandeelhouder onderscheidenlijk een van haar aandeelhouders of een met haar gelieerde derde overgedragen - 47.624.356 gewone aandelen op naam in het kapitaal van AND International Publishers N.V.;
Veroordeelt AND International Publishers N.V. in de kosten van het geding, deze aan de zijde van verzoekers tot op heden begroot op NLG 5.608,-;
Verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr Willems, voorzitter, mr Den Boer en mr Arisz, raadsheren, Bunt en drs. Izeboud RA, raden, in tegenwoordigheid van mr Kok, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 19 december 2001.
coll.: