ECLI:NL:GHAMS:2001:AD8301

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
19 december 2001
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
01/01907
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • Mr. Van Loon
  • Mr. Couperus
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanslag rioolrechten en indirecte aansluiting op gemeentelijke riolering

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 19 december 2001, staat de vraag centraal of de aanslag in de rioolrechten voor een winkelruimte terecht is opgelegd. De belanghebbende, een eigenaar van een winkelruimte, heeft beroep aangetekend tegen de beslissing van de gemeente Haarlemmermeer, die drie aanslagen in de rioolrechten had opgelegd. De belanghebbende betwistte dat zijn winkelruimte direct of indirect was aangesloten op de gemeentelijke riolering, zoals vereist door de Verordening.

Het Hof oordeelt dat de winkelruimte, die geen eigen afvoermogelijkheden zoals een toilet of keuken heeft, niet kan worden beschouwd als indirect aangesloten op de riolering. De winkel is alleen bereikbaar via het aangrenzende kantoor, waar de gebruikers toestemming hebben om gebruik te maken van de voorzieningen. Het Hof wijst erop dat dit niet gelijkstaat aan een indirecte aansluiting, zoals bedoeld in de Verordening. De gemeente had de aanslag opgelegd op basis van de veronderstelling dat er sprake was van een indirecte aansluiting, maar het Hof verwerpt dit standpunt.

De uitspraak van het Hof is dat het beroep van de belanghebbende gegrond is. Het Hof vernietigt de bestreden uitspraak en de aan belanghebbende opgelegde aanslag. Tevens wordt de gemeente Haarlemmermeer gelast het door de belanghebbende betaalde griffierecht te vergoeden. De belanghebbende heeft de mogelijkheid om binnen vier weken na de verzenddatum van het proces-verbaal een schriftelijk verzoek in te dienen om de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke. Het Hof benadrukt dat de vervanging van de mondelinge uitspraak niet leidt tot een heroverweging van de zaak.

Uitspraak

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
Veertiende Enkelvoudige Belastingkamer
PROCES-VERBAAL
van de mondelinge uitspraak in het beroep van X te Z, belanghebbende,
tegen
een uitspraak van het hoofd van de sector Belastingen van de gemeente Haarlem-mermeer, hierna verweerder, verzonden op 16 mei 2001, betreffende de aanslag in de rioolrechten voor het jaar 2001.
Het beroep is behandeld ter zitting van 14 december 2001.
Beslissing
Het Hof:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de bestreden uitspraak;
- vernietigt de aan belanghebbende opgelegde aanslag ter zake van a-straat 1 met volgnummer 02;
- gelast de gemeente Haarlemmermeer het door belanghebbende betaalde griffie-recht ad ƒ 60 te vergoeden.
Gronden
1. Aan belanghebbende zijn drie aanslagen in de rioolrechten opgelegd van ieder ƒ 190 ter zake van het genot van eigendommen welke direct of indirect zijn aange-sloten op de gemeentelijke riolering.
2. In geschil is of de aanslag, in de stukken aangeduid met het nummer 02, ter zake van een winkelruimte, terecht is opgelegd.
3. Verweerder onderscheidt op het adres a-straat 1 drie eigendommen in de zin van de Verordening: de woning, het kantoor en de winkel. Naar het oordeel van belang-hebbende gaat het om twee eigendommen in de zin van de Verordening: de woning en het kantoor.
4. Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting is het volgende komen vast te staan. Het kantoor bestaat uit een ontvangstruimte en een werkkamer. In de ont-vangstruimte is een keukenblok opgesteld en bevindt zich een toiletruimte. In de werkkamer is een deur die toegang geeft tot de opslagruimte van de winkel. Die staat in verbinding met het eigenlijke winkelgedeelte. Dat winkelgedeelte heeft een over-headdeur, die slechts van binnenuit kan worden geopend, zodat de winkel in eerste instantie slechts via het kantoor bereikbaar is. De winkel (inclusief de opslagruimte) beschikt niet over toilet of keuken en heeft geen eigen afvoermogelijkheden ter zake.
5. Het Hof is van oordeel dat de winkel mogelijk is aan te merken als een eigendom dat naar de indeling bestemd is om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, maar dat dit niet de gevolgtrekking rechtvaardigt dat ter zake van dit eigendom rioolrech-ten kunnen worden geheven. Daartoe is immers vereist, zoals artikel 2 van de Veror-dening voorschrijft, dat het eigendom direct of indirect is aangesloten op de ge-meentelijke riolering. Van een directe aansluiting is geen sprake. Verweerder verde-digt dat sprake is van een indirecte aansluiting. Het Hof verwerpt dit standpunt. Van een indirecte aansluiting kan niet worden gesproken in een geval als het onderhavige waarin personen die werkzaam zijn in de winkel slechts op grond van de toestem-ming die de gebruiker van het aangrenzende kantoor daartoe geeft, via de ontvangst-ruimte of via de werkkamer van het toilet of andere voorzieningen van dat kantoor gebruik kunnen maken. Daarmee verschilt de onderhavige situatie met de situaties waarop verweerder zich beroept, te weten de in jurisprudentie beschreven gevallen van bedrijfsverzamelgebouwen. Bij dergelijke gebouwen is immers sprake van kan-toorunits rondom gemeenschappelijke ruimten waarin toiletten en pantry's ter be-schikking staan van de gezamenlijke gebruikers van de kantoorunits.
Proceskosten
Het Hof acht in beginsel termen aanwezig voor een veroordeling van verweerder in de proceskosten als bedoeld in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht. Nu de aanslag is opgelegd aan belanghebbende en belanghebbende zelf de procedure heeft gevoerd is geen sprake van bijstand door een derde. Belanghebbende heeft geen andere voor vergoeding in aanmerking komende kosten gesteld. Er volgt dus geen kostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan op 19 december 2001 door mr. Van Loon, lid van de belas-tingkamer, in tegenwoordigheid van mr. Couperus als griffier. De beslissing is op dezelfde dag ter openbare zitting uitgesproken. Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal door het lid van de belastingkamer en de griffier ondertekend.
Het Hof heeft geen bezwaar tegen afgifte door de griffier van een afschrift van het proces-verbaal in geanonimiseerde vorm.
U kunt binnen vier weken na de verzenddatum van dit proces-verbaal het Gerechtshof schriftelijk verzoeken de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke. Voor het verkrijgen van een schriftelijke uitspraak is een griffierecht verschuldigd. Na het verzoek tot vervanging ontvangt U van de griffier een nota griffierecht.
De vervanging van een mondelinge uitspraak door een schriftelijke strekt ertoe de mondelinge uit-spraak in een andere vorm vast te leggen. Het Gerechtshof mag daarbij de gedane uitspraak niet aan een heroverweging onderwerpen.
Uitsluitend tegen een schriftelijke uitspraak van het Gerechtshof staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad der Nederlanden. Daarvoor is eveneens een griffierecht verschuldigd. Het ter verkrijging van een schriftelijke uitspraak betaalde griffierecht wordt door de griffier van de Hoge Raad in minde-ring gebracht op het voor beroep in cassatie verschuldigde recht.